Woordenschat Blok 1 klas 1BK

Woordenschat Blok 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Woordenschat Blok 1

Slide 1 - Slide

het leerzame uitstapje


A
mentor (de)
B
excursie (de)
C
opstel (het)
D
tussenuur (het)

Slide 2 - Quiz

het dubbele lesuur
A
rooster (het)
B
tussenuur (het)
C
blokuur (het)
D
opstel (het)

Slide 3 - Quiz

de verandering in de volgorde van lessen, een ander lokaal of andere docent
A
roosterwijziging (de)
B
lichamelijke opvoeding (de)
C
het lokaal
D
brugklas (de)

Slide 4 - Quiz

tekst die je voor school over een bepaald onderwerp schrijft
A
excursie (de)
B
tussenuur (het)
C
vermogen (het)
D
opstel (het)

Slide 5 - Quiz


de gymles
A
opstel (het)
B
lichamelijke opvoeding (de)
C
roosterwijziging (de) roosterwijziging (de)
D
excursie (de)

Slide 6 - Quiz

veranderen zodat het klopt
A
aanraden
B
aanpassen
C
bespreken
D
uitleggen

Slide 7 - Quiz

een naam geven
A
benoemen
B
verbeteren
C
nakijken
D
noteren

Slide 8 - Quiz

advies geven, aanbevelen
A
bespreken
B
noteren
C
aanraden
D
vergelijken

Slide 9 - Quiz

verschillen en overeenkomsten zoeken
A
vergelijken
B
benoemen
C
aanpassen
D
aanraden

Slide 10 - Quiz


beter maken
A
beschrijven
B
nakijken
C
noteren
D
verbeteren

Slide 11 - Quiz

kijken of iets goed is
A
nakijken
B
bespreken
C
uitleggen
D
benoemen

Slide 12 - Quiz

vertellen hoe iets of iemand is
A
aanraden
B
verbeteren
C
beschrijven
D
vergelijken

Slide 13 - Quiz

over iets praten
A
beschrijven
B
bespreken
C
benoemen
D
noteren

Slide 14 - Quiz

stukje van iets
A
een onderdeel
B
het vermogen
C
het misdrijf
D
een opstel

Slide 15 - Quiz

zeggen dat iets klopt
A
onderzoeken
B
noteren
C
vermelden
D
bevestigen

Slide 16 - Quiz

goed kijken hoe iets is
A
in totaal
B
onderzoeken
C
het licht doven
D
het vermogen

Slide 17 - Quiz

niet bang voor mensen
A
het opdstel
B
tam
C
het vermogen
D
iemand vals beschuldigen

Slide 18 - Quiz


erge misdaad
A
een misdrijf
B
een opstel
C
het vermogen
D
het onderdeel

Slide 19 - Quiz