Poëzie is een bijzondere manier om iets te zeggen in de vorm van een gedicht. Je herkent deze vorm bijvoorbeeld aan versregels die (soms heel plotseling) afgebroken worden. Poëzie rijmt vaak, maar dat hoeft niet.
Eigenlijk mag ‘alles’ in de poëzie: een dichter mag alle taalregels breken. Maar er is wel een addertje onder het gras: áls een dichter de regels breekt, moet hij/zij daar wel een goede reden voor hebben. Bijvoorbeeld omdat hij/zij zo een betekenis oproept.
In poëzie is niets ‘toevallig’ of ‘willekeurig’. Ieder woord, iedere afbreking, iedere keuze heeft een reden.