This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
1mh maandag 23 november
Slide 1 - Slide
Planning
1. 10 minuten in stilte lezen 2. Start H3 lezen 3. Verlengde instructie / zelfstandig aan de slag pauze 4. Start H3 schrijven 5. Aan de slag! 6. Afsluiting
Slide 2 - Slide
10 min lezen
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Wat zou zoekend lezen zijn?
Slide 4 - Mind map
Wat is zoekend lezen?
Het woord zegt het al;
je bent op zoek naar informatie in een tekst.
Om een antwoord op een vraag te vinden, hoef je niet meteen de hele tekst te lezen. Je kunt de tekst ook 'scannen', ook wel zoekend lezen genoemd.
Slide 5 - Slide
Hoe ga je zoekend lezen?
- Bekijk de titels en tussenkopjes.
- Kijk naar de anders gedrukte woorden (vet, cursief, onderstreept)
- Let op opvallende tekens (euro tekens, bolletjes, nummeringen, sterretjes)
- Let ook op tabellen, grafieken en afbeeldingen.
Slide 6 - Slide
Bekijk de tekst.
Je hoeft de tekst niet helemaal te lezen.
Slide 7 - Slide
Je bent benieuwd waar de tentoonstelling over gaat. Welk stuk van de tekst lees je?
Kies het goede tussenkopje.
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 8 - Quiz
Je wilt weten wat de entreeprijs is.
Bij welk tussenkopje kijk je?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 9 - Quiz
Je ziet de tekst in een tijdschrift. Je wilt onthouden hoe laat het museum op zaterdag geopend is.
Welk stukje knip je uit om te bewaren?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 10 - Quiz
Bij welk tussenkopje moet je kijken als jouw klas een workshop wil volgen?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 11 - Quiz
Wanneer kun jij met je klas meedoen aan een workshop?
Slide 12 - Open question
Aan de slag!
We doen de eerste twee vragen van opdracht 1 samen. Daarna 2 opties:
- Verlengde instructie: opdracht samen verder maken met mij - Zelfstandig aan de slag met opdracht 1 + 2
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
H3 schrijven: een flyer maken!
- Vaak om reclame te maken - Een goede flyer valt op en ziet er goed uit. Hij spreekt aan en trekt de aandacht.
- Kort en makkelijk om te lezen.
Slide 16 - Slide
Hoe maak je een flyer?
1. Bedenk wat je over het onderwerp gaat zeggen. Gebruik de 5w+h-vragen. 2. Bedenk een leuke slogan. 3. Schrijf je tekst kort en krachtig op. 4. Verdeel de tekst over de hele bladzijde. 5. Gebruik grote en vetgedrukte letters voor belangrijke info. 6. Zoek plaatjes + gebruik kleuren.