Thema arm en rijk: Nederland

Thema arm en rijk: Nederland
1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema arm en rijk: Nederland

Slide 1 - Slide

De brug 1. Arm en rijk in de wereld

Thema arm en rijk 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt welvaart en welzijn in gebeden met elkaar vergelijken. 
  • Je kunt uitleggen hoe welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
  • Je kunt op een kaart een driedeling maken op basis van de welvaart. 

Slide 3 - Slide

Welvaart
Lezen Tekst blz. 10

Slide 4 - Slide

Wat is welvaart?

Slide 5 - Open question

Wat is bbp per hoofd?
A
Alles wat in een jaar verdiend word gedeeld door de mensen
B
Alles wat jij verdiend per jaar
C
Alles wat jou provincie verdiend per jaar
D
Alles wat Europa verdiend per jaar

Slide 6 - Quiz

Koopkracht:
A
Hoeveel geld je hebt
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen voor 1 dollar/euro
C
Hoeveel spaargeld je hebt

Slide 7 - Quiz

De armoedegrens is
A
Genoeg geld om naar school te kunnen
B
Genoeg geld om te kunnen eten
C
Genoeg geld voor voedsel, kleding en onderdak
D
5 $ per dag

Slide 8 - Quiz

Werkgelegenheid is:
A
de vraag naar arbeidskrachten
B
het totaal van alle mensen die een baan zoeken.
C
het aanbod van arbeidskrachten.
D
de ontmoetingsplaats van werkgevers en werknemers.

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen de formele en informele sector?

Slide 10 - Open question

Welzijn
Lezen Tekst blz. 11

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat is Welzijn
A
onderwijs, hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven (alfabetiseringsgraad)
B
gezondheid, hoe oud mensen worden (levensverwachting)
C
Koopkracht, hoeveel geld je hebt
D
alle drie de antwoorden

Slide 13 - Quiz

Levensverwachting
A
Het gemiddeld te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd
B
Samenstelling van de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen
C
Verdeling van mensen over een land of gebied
D
Gemiddeld aantal inwoners per km²

Slide 14 - Quiz

Arm en rijk in de wereld
Lezen Tekst blz. 11

Slide 15 - Slide

Op welke drie categorieën kun je de wereld globaal indelen als het gaat om arm en rijk?

Slide 16 - Open question

Thema arm en rijk: Nederland
opdracht maken

Slide 17 - Slide

De brug 2. Regionale verschillen 

Thema arm en rijk 

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke regionale verschillen er in Nederland zijn in welvaart, woonomgeving en gezondheid. 
  • Je kunt het verband uitleggen tussen opleiding, manier van leven en gezondheid.
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met lagere en hogere levensverwachting. 

Slide 19 - Slide

Regionale verschillen in welvaart 
Lezen Tekst blz. 12

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide


Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 22 - Quiz

Wat is het verschil tussen bnp en brp?

Slide 23 - Open question

Sociale ongelijkheid is...
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 24 - Quiz

regionale verschillen in woonomgeving 
Lezen Tekst blz. 13

Slide 25 - Slide

Wat is de bebouwingsdichtheid?
A
Hoeveel mensen er op 1 vierkante km wonen
B
Het aantal stoeptegels in een wijk
C
Het aantal gezinnen dat op 1 vierkante km woont
D
Het aantal huizen per vierkante km

Slide 26 - Quiz

Wat zijn oorzaken wat de kwaliteit van de leefomgeving kan doen dalen?

Slide 27 - Open question

Regionale verschillen in gezondheid 
Lezen Tekst blz. 13

Slide 28 - Slide

Wat kan de relatie zijn tussen het inkomen in een regio en de gezondheid van mensen?

Slide 29 - Open question

De brug 3: Regionale verschillen 

Thema arm en rijk 

Slide 30 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent een aantal bewonerskenmerken.
  • Je begrijpt de samenhang tussen buurt- en bewonerskenmerken.
  • Je kunt aan de hand van buurtkenmerken uitspraken doen over de bewoners en andersom. 

Slide 31 - Slide

Bewoners
Lezen Tekst blz. 14

Slide 32 - Slide

Op welke twee manieren kun je buurten wijken omschrijven?

Slide 33 - Open question

Geef een voorbeeld van een bewonerskenmerk om een buurt of wijk te beschrijven

Slide 34 - Open question

Wat betekent pluriforme samenleving
A
Een samenleving met veel gastarbeiders
B
Een samenleving van meerdere culturen en leeftijden
C
Een samenleving met veel sociaal-economische maatregelen
D
Een samenleving met veel segregatie

Slide 35 - Quiz

Bebouwing 
Lezen Tekst blz. 15

Slide 36 - Slide

Wat kan de bebouwing zeggen over een wijk of buurt?

Slide 37 - Open question

Openbare ruimte
Lezen Tekst blz. 15

Slide 38 - Slide

Thema arm en rijk: Buurtkenmerken 


Opdracht maken - Digitaal
Maken 1 tm 6

Slide 39 - Slide

1.1 Verandering in woonbuurten
Thema arm en rijk 

Slide 40 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van woonbuurten uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe en waarom woonbuurten veranderen.
  • Je kunt aan de hand van woningsoorten en woningtype onderscheid maken tussen woonbuurten. 

Slide 41 - Slide

Veranderingen in de samenleving
Lezen Tekst blz. 18

Slide 42 - Slide

Noem twee oorzaken waardoor het vanaf de jaren 1970 aantrekkelijker werd voor mensen om buiten de stad te gaan wonen?

Slide 43 - Open question

Noem 4 zaken die belangrijk waren voor de mensen die naar een nieuwe woonomgeving gingen.

Slide 44 - Open question

De woonomgeving past zich aan
Lezen Tekst blz. 18

Slide 45 - Slide

Op welke twee manieren probeerde gemeentes verpauperde buurten aan te pakken?

Slide 46 - Open question

Renoveren is
A
platgooien en nieuwbouwen
B
opknappen van huizen
C
opkopen van huizen door rijke mensen
D
Ouder wordende bevolking

Slide 47 - Quiz

Wat is sanering?


A
Het afbreken van een wijk door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.
B
Het verbeteren van een stad door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.
C
Het verbeteren van een woning door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.
D
Het verbeteren van een wijk door sloop en nieuwbouw of het geven van een nieuwe functie aan oude gebouwen.

Slide 48 - Quiz

In en uit de stad
Lezen Tekst blz. 19

Slide 49 - Slide

Wat is gentrificatie?
A
Het opwaarderen van een woonwijk waardoor rijkere mensen in de wijk komen wonen
B
het verslechteren van een wijk, waardoor er meer kansarmen komen wonen.
C
Het opwaarderen van een wijk buiten de steden.
D
Door suburbanisatie komen er meer rijke mensen wonen in de stad.

Slide 50 - Quiz

Geef een voordeel en een nadeel van gentrificatie

Slide 51 - Open question

Opdrachten maken 
1.1 Verandering in woonbuurten
Maken opdracht  1 - 7 
Blz. 20 en 21
Klaar? Mij laten controleren 

Slide 52 - Slide