This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Terugblik
Slide 1 - Slide
Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen
Slide 2 - Quiz
De export:
A
kost geld
B
levert geld op
Slide 3 - Quiz
Hoe stromen goederen en geld bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Er zijn verschillende redenen waarom wij als Nederland importen. Wat is hiervan GEEN reden
A
ons klimaat is niet geschikt om alles te verbouwen.
B
Buitenlandse producten kunnen goedkoper zijn.
C
Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.
D
Nederland is verplicht door de EU om producten te importeren
Slide 13 - Quiz
=
=
Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans
Slide 14 - Drag question
Invoerwaarde
Uitvoerwaarde
Invoer
Uitvoer
Het bedrag dat een land in totaal betaalt voor de import
Het bedrag dat een land in totaal verdient aan de export
Een ander woord voor import
Een ander woord voor export
Slide 15 - Drag question
Open of gesloten economie?
Kies in onderstaande tekst telkens de juiste woorden.
Nederland heeft een ...1... (gesloten/open) economie, want ons land heeft naar verhouding ...2... (veel/weinig) import en export.
...1...
...2...
gesloten
open
veel
weinig
Slide 16 - Drag question
Nederland voert 415 miljoen liter wijn in. Gemiddelde prijs van 1 liter wijn is € 2,30. Wat is de Invoerwaarde?
A
€ 920.000.000
B
€ 1.350.500.000
C
€ 954.500.000
D
€ 1.100.750.000
Slide 17 - Quiz
Het nationaal inkomen van Nederland is 818 miljard. De invoerwaarde is € 312 miljard en de uitvoerwaarde is € 543 miljard. Bereken het importpercentage.