Hfdst, 3.2 Inl kern en slot ve tekst

Leerdoelen

Je kunt een inleiding, kern en slot in teksten herkennen.
Je kunt de functie van deze tekstdelen benoemen.
Je kunt teksten begrijpen die als doel informeren, overtuigen of instrueren hebben.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Leerdoelen

Je kunt een inleiding, kern en slot in teksten herkennen.
Je kunt de functie van deze tekstdelen benoemen.
Je kunt teksten begrijpen die als doel informeren, overtuigen of instrueren hebben.

Slide 1 - Slide

indeling van een zakelijke tekst

Slide 2 - Mind map

Leesvaardigheid

Hoe helpt de indeling van een tekst je bij het begrijpen ervan?

Slide 3 - Slide

Tekstopbouw = logische volgorde
tweedeling  ->  inleiding, kern (opbouw bij van een nieuwsbericht)
driedeling    ->  inleiding, kern, slot (opbouw van een artikel)

  • kern-> langste gedeelte van de tekst
  • behandelt het onderwerp
  • kan uit deelonderwerpen bestaan
  • slot->  geen nieuwe info, vaak samenvatting of conclusie


Slide 4 - Slide

Een zakelijke tekst bestaat altijd uit drie onderdelen.

Welke drie onderdelen zijn dat?

Slide 5 - Slide

In zowel de inleiding, de kern en het slot komen altijd vaste onderdelen terug!!!!

Slide 6 - Slide

Inleiding:
  1. Het onderwerp wordt genoemd
  2. Waarom de tekst geschreven is
  3. Voorbeeld bij het onderwerp
  4. Leuk, kort verhaaltje/opbouw tekst
  5. Belangrijke vraag  
  6. Mening schrijver


Slide 7 - Slide

Middenstuk
De deelonderwerpen die met het onderwerp te maken hebben, worden in het middenstuk behandeld.

Slide 8 - Slide

Slot

1. hoofdgedachte

2. advies gegeven/vraag beantwoord uit inleiding

3. conclusie/samenvatting gegeven

4. toekomstverwachting





Slide 9 - Slide

Nieuwsbericht
Let op: een nieuwsbericht bestaat uit een inleiding en kern. Geen slot!

Het belangrijkste staat in de inleiding, verdere informatie in de kern.

Slide 10 - Slide

Waarom is dit belangrijk?

Slide 11 - Slide

Omdat

1. Je gericht kunt zoeken binnen een tekst naar het antwoord!

2. Je teksten beter zult begrijpen!

3. In het examen Nederlands veel vragen zult krijgen over zowel de inleiding, de kern en het slot

Slide 12 - Slide

Opbouw van teksten: inleiding, slot en hoofdgedachte
Inleiding
Waar gaat de tekst over ->  Het introduceren van het onderwerp.
Middenstuk
Meerdere alinea's over verschillende deelonderwerpen
Slot
Laatste deel van de tekst. Vaak met een herhaling, conclusie of samenvatting

Slide 13 - Slide



Opbouw van de kern

Slide 14 - Slide

Tot slot.....

Let op:

1. Het onderwerp  van een tekst kun je vinden door de vraag te stellen: Waar gaat deze tekst over? Het onderwerp schrijf je zo kort mogelijk!!!!

2. De hoofdgedachte van een tekst: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd???

De hoofdgedachte schrijf je in een zin op


Slide 15 - Slide

Aan de slag 
Opdracht 4, 5 tot en met 10  en 11 vanaf blz 118 Hoofdstuk 3.2
opdrachten klaar? Kijk de opdrachten van hoofdstuk 1.1, 1.2 goed na aan de hand van het antwoordblad. Stel vragen over de examenstof!
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Aan de slag 7 nov 2024
Hoofdstuk 3.2 Inleiding, kern en slot opdracht 5,6,7,11 en 16 nakijken. Neem de samenvatting door op blz. 150
 Klaar? Kijk mbv antwoordenstencil hoofdstuk 1,1 en 2.1 zelf nakijken.
 Kijk de opdrachten van hoofdstuk 1.1, 1.2 goed na. Stel vragen!
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Wat is de functie van de kern?
A
Vat de tekst samen
B
Het onderwerp wordt toegelicht d.m.v. deelonderwerpen
C
De schrijver vertelt zijn mening
D
Meningen van anderen worden toegelicht

Slide 18 - Quiz

Waar zijn signaalwoorden ook al weer goed voor?
A
Signaleren de kern in de tekst
B
Helpen je om het verband in een tekst te herkennen
C
Helpen je om de tekst sneller te kunnen lezen
D
Hebben geen specifieke functie

Slide 19 - Quiz

Het slot heeft altijd een functie.

Wat kan GEEN functie van een slot zijn?
A
een vraag stellen
B
een samenvatting geven
C
een conclusie trekken
D
een oplossing van een probleem geven

Slide 20 - Quiz

Functies van de inleiding:
Wat is een functie van de inleiding?
A
Conclusie geven
B
Centrale vraag stellen
C
Waarschuwing geven
D
mening van de schrijver te geven

Slide 21 - Quiz

Lees het slot. Wat is de functie van het slot?

A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
een samenvatting geven

Slide 22 - Quiz

Functie inleiding
Tijdens de herfstvakantie kun je in elke sporthal mini-lessen volgen. Er worden minilessen gegeven door gediplomeerde sporters. Op de site van elke sporthal vind je welke sporten er in zoal gegeven gaan worden.
A
Aanleiding van de tekst wordt genoemd
B
Samenvatting
C
Voorbeelden bij het onderwerp
D
Er wordt iets verteld over de opbouw van de tekst.

Slide 23 - Quiz