Woordenschat H4 deel 1: zoek een tegenstelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Woordenschat H4 deel 1: zoek een tegenstelling

Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.

Stap 2: Pak je Chromebook, je schrift en je boek Nederlands op blz. 102

Stap 3: Wat is het tegenovergestelde van bloedheet?

Wat ga je doen?

Leerdoel: Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden door middel van een tegenstelling.

Wat gaan we doen?

• 1MA: Pitch, 1mb: oefenvragen 
• Nakijken huiswerk
• Uitleg: Hoe vind je de tegenstelling?
• Filmpje
• Huiswerk: Opdracht 1 t/m 4 blz. 102

1MA

Presentaties van: Nathalie, Jason, Tristen

Oefenvragen password

Geef antwoord op de volgende vragen. Weet je dit, dan ken jij het boek heel goed!​

​

1. Noteer in eigen woorden waar het boek over gaat.​

2. Wie is Stefan?​

3. Waarom is het boek op een andere volgorde verteld?​

4. Leg uit wie Dexter is.​

5. Waar komt het password vandaan?

Antwoorden

1. Het verhaal gaat over Mick die bevriend wordt met Jerro. Jerro is rijk en zijn vader heeft een beroemd game-bedrijf. Jerro wordt ziek en later uit het ziekenhuis kent Jerro vrij weinig van Mick. Mick vertrouwt het niet en komt via het Password erachter dat Jerro misschien niet de Jerro is die hij kent.

2. Stefan is de tweelingbroer van Jerro. Hij en Jerro zijn uit elkaar getrokken. Stefa moet zich voordoen als Jerro om de game van Jerro's vader te stelen.

3. Om zo zelf achter het verhaal te komen wat er nu precies gebeurd is.

4. Dexter is de man die de opracht geeft om Stefan de game te laten stelen.

5. Password komt van Roodhaar. iemand uit een film. Ze nemen het password om zo te checken of ze niet worden overgenomen door aliens.

Nakijken huiswerk opdr. 4

1. melkveehouderij: bedrijf dat vee houdt voor de melkproductie.

2. vee: nuttige huisdieren

3. Exact: precies

4. circa: ongeveer

5. getuige zijn van: zien

6. publiek: de aanwezige mensen

7. agrarische: die met het boerenbedrijf te maken hebben.

8. programma: lijst van wat er gaat komen

Vervolg opdracht 4

Vraag 3: nieuwsgierige buren, familieleden

vraag 4: figuurlijk

Vraag 5: de behandeling van een zaak niet uitstellen.

Vraag 6: Het is een geweldig gezicht

Opdracht 5

1. illustreren

2. regionaal

3. het programma

4. traditie

5. exact

6. objecten

Opdracht 6

1. circa

2. agrarisch

3. publiek

4. expositie

5. herkomst

6. delicatessen/ lekkernijen

Noem zo veel mogelijke tegenstellingen. Doe het zo: groot - klein

Hoe vind je een tegenstelling in een tekst?

De betekenis van een moeilijk woord kun je herkennen aan een tegenstelling. Je vindt de tegenstelling door: op de signaalwoorden te letten

Let op de volgende signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, hoewel, evenwel, aan de andere kant, ofschoon.

Signaalwoorden: Woorden die een verband aangeven. Ze laten zien hoe zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben.

Wat is een signaalwoord dat WEL een tegenstelling aangeeft?

1. Omdat
2. toch
3. spannend
4. als

Wat is een signaalwoord dat NIET een tegenstelling aangeeft?

1. echter
2. Anderzijds
3. Maar
4. en

Aan de slag

Wat ga je doen? Maken: blz. 102-104: opdracht 1 t/m 4.

Leren: Woordenlijst H3 +H4 t/m twijfelen.

Hoe werk je: Je werkt fluisterend met elkaar.

Hulp: Voor vragen: Vinger opsteken.

Tijd: Tot het einde van de les.

Klaar: Leren woordenlijst