2VM2 Calculatie week 2 les 2

Hoofdstuk 3 
Een andere indeling van de kosten

1 / 25
next
Slide 1: Slide
CalculatieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 
Een andere indeling van de kosten

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Bezettingsresultaat

Je weet dat de constante kosten terugverdiend worden met de normale afzet of omzet. Als de afzet groter of kleiner is dan 1.500.000 flessen wijn, is er sprake van een bezettingsresultaat. Je spreekt van een positief bezettingsresultaat als de werkelijke afzet of werkelijke omzet, de omzet of afzet die werkelijk gerealiseerd is in een periode, groter is dan de normale afzet of omzet. Is de werkelijke afzet of omzet lager dan de normale afzet of omzet, dan spreek je van een negatief bezettingsresultaat. Het bezettingsresultaat bereken je met behulp van de volgende formule:

Bezettingsresultaat = (W - N) × (C/N)                               De letters staan voor: 
                                                                                                           W = werkelijke omzet/afzet
                                                                                                           N = normale omzet/afzet
                                                                                                           C = totale constante kosten.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld

Slide 4 - Slide

Bram Visser verwacht het komende jaar een normale omzet inclusief btw van €374.850 te realiseren. De constante kosten worden geschat op €106.250 per jaar. De btw is 21%.
Bereken de normale omzet exclusief btw.

Slide 5 - Open question

Bram Visser verwacht het komende jaar een normale omzet inclusief btw van €374.850 te realiseren. De constante kosten worden geschat op €106.250 per jaar. De btw is 21%.
Bereken de normale omzet exclusief btw.

Slide 6 - Slide

Bram Visser verwacht het komende jaar een normale omzet inclusief btw van €374.850 te realiseren. De constante kosten worden geschat op €106.250 per jaar. De btw is 21%.
Bereken het constante kostentarief.

Slide 7 - Open question

Bram Visser verwacht het komende jaar een normale omzet inclusief btw van €374.850 te realiseren. De constante kosten worden geschat op €106.250 per jaar. De btw is 21%.
Bereken het constante kostentarief.

Slide 8 - Slide

De werkelijke omzet, inclusief btw, van Bakkersland bedroeg vorig jaar € 1.635.000,-. De normale omzet, inclusief btw, is € 1.580.500,-. De constante kosten worden op € 406.000,- geraamd. De btw is 9%. Bereken de werkelijke omzet.

Slide 9 - Open question

De werkelijke omzet, inclusief btw, van Bakkersland bedroeg vorig jaar € 1.635.000,-. De normale omzet, inclusief btw, is € 1.580.500,-. De constante kosten worden op € 406.000,- geraamd. De btw is 9%. Bereken de werkelijke omzet.

Slide 10 - Slide

De werkelijke omzet, inclusief btw, van Bakkersland bedroeg vorig jaar € 1.635.000,-. De normale omzet, inclusief btw, is € 1.580.500,-. De constante kosten worden op € 406.000,- geraamd. De btw is 9%. Bereken het constante kostentarief.

Slide 11 - Open question

De werkelijke omzet, inclusief btw, van Bakkersland bedroeg vorig jaar € 1.635.000,-. De normale omzet, inclusief btw, is € 1.580.500,-. De constante kosten worden op € 406.000,- geraamd. De btw is 9%. Bereken het constante kostentarief.

Slide 12 - Slide

De werkelijke omzet, inclusief btw, van Bakkersland bedroeg vorig jaar € 1.635.000,-. De normale omzet, inclusief btw, is € 1.580.500,-. De constante kosten worden op € 406.000,- geraamd. De btw is 9%. Bereken het bezettingsresultaat.

Slide 13 - Open question

De werkelijke omzet, inclusief btw, van Bakkersland bedroeg vorig jaar € 1.635.000,-. De normale omzet, inclusief btw, is € 1.580.500,-. De constante kosten worden op € 406.000,- geraamd. De btw is 9%. Bereken het bezettingsresultaat.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Dekkingsbijdrage
Constante kosten heb je altijd, al verkoop je geen enkel product.
Variabele kosten zijn afhankelijk van je omzet, dus van de opbrengst die je krijgt uit de verkoop van je producten.

Het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten noem je de dekkingsbijdrage.
Om de constante kosten mee te dekken.

Slide 16 - Slide

Een producent fabriceert 9.000 terracotta bloempotten per jaar. De verkoopprijs van een bloempot is € 25,-. De variabele kosten zijn € 12,50. De constante kosten die aan de bloempotten toegekend kunnen worden, zijn € 120.000,-. Bedragen zijn exclusief btw. Bereken de break-evenafzet.

Slide 17 - Open question

Een producent fabriceert 9.000 terracotta bloempotten per jaar. De verkoopprijs van een bloempot is € 25,-. De variabele kosten zijn € 12,50. De constante kosten die aan de bloempotten toegekend kunnen worden, zijn € 120.000,-. Bedragen zijn exclusief btw. Bereken de break-evenafzet.

Slide 18 - Slide

Een producent fabriceert 9.000 terracotta bloempotten per jaar. De verkoopprijs van een bloempot is € 25,-. De variabele kosten zijn € 12,50. De constante kosten die aan de bloempotten toegekend kunnen worden, zijn € 120.000,-. Bedragen zijn exclusief btw. Bereken de break-evenomzet.

Slide 19 - Open question

Een producent fabriceert 9.000 terracotta bloempotten per jaar. De verkoopprijs van een bloempot is € 25,-. De variabele kosten zijn € 12,50. De constante kosten die aan de bloempotten toegekend kunnen worden, zijn € 120.000,-. Bedragen zijn exclusief btw. Bereken de break-evenomzet.

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken
opdracht 6 hoofdstuk 3
opdracht 2 en 4 hoofdstuk 4

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 3 opdracht 6
Een fabrikant van vlaggen heeft een normale omzet, inclusief 21% btw, van €394.460 per jaar. De totale constante en variabele kosten bedragen bij die normale omzet €90.000. De constante kosten zijn tweemaal zo hoog als de variabele kosten. De werkelijke omzet, exclusief btw, bedraagt dit jaar €280.960.

A Bereken de normale omzet.

Een fabrikant van vlaggen heeft een normale omzet, inclusief 21% btw, van €394.460 per jaar. De totale constante en variabele kosten bedragen bij die normale omzet €90.000. De constante kosten zijn tweemaal zo hoog als de variabele kosten. De werkelijke omzet, exclusief btw, bedraagt dit jaar €280.960.

A Bereken de normale omzet.

Slide 22 - Slide

Een fabrikant van vlaggen heeft een normale omzet, inclusief 21% btw, van €394.460 per jaar. De totale constante en variabele kosten bedragen bij die normale omzet €90.000. De constante kosten zijn tweemaal zo hoog als de variabele kosten. De werkelijke omzet, exclusief btw, bedraagt dit jaar €280.960.
B Bereken de constante kosten per euro omzet.

Slide 23 - Slide

Een fabrikant van vlaggen heeft een normale omzet, inclusief 21% btw, van €394.460 per jaar. De totale constante en variabele kosten bedragen bij die normale omzet €90.000. De constante kosten zijn tweemaal zo hoog als de variabele kosten. De werkelijke omzet, exclusief btw, bedraagt dit jaar €280.960.
C Bereken de variabele kosten per euro omzet.

Slide 24 - Slide

Een fabrikant van vlaggen heeft een normale omzet, inclusief 21% btw, van €394.460 per jaar. De totale constante en variabele kosten bedragen bij die normale omzet €90.000. De constante kosten zijn tweemaal zo hoog als de variabele kosten. De werkelijke omzet, exclusief btw, bedraagt dit jaar €280.960.
D bereken het bezittingsresultaat.

Slide 25 - Slide