Kapitel 4 woordjes Na Klar vmbo GT/H
Wat betekent
feiern?
feiern?
1 / 38
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Wat betekent
feiern?
feiern?
Slide 1 - Open question
Wat betekent
dauern?
dauern?
Slide 2 - Open question
Wat betekent
gratulieren?
gratulieren?
Slide 3 - Open question
Wat betekent
schmücken?
schmücken?
Slide 4 - Open question
Wat betekent bunt?
Slide 5 - Open question
Wat betekent aufregend?
Slide 6 - Open question
Wat betekent freuen sich?
Slide 7 - Open question
Wat betekent Angst haben vor?
Slide 8 - Open question
Wat betekent seit?
Slide 9 - Open question
Wat betekent werfen?
Slide 10 - Open question
Wat betekent suchen?
Slide 11 - Open question
Wat betekent spielen?
Slide 12 - Open question
Wat betekent
arbeiten
arbeiten
Slide 13 - Open question
Wat betekent
der Wettkampf
der Wettkampf
Slide 14 - Open question
Wat betekent
das Klettern
das Klettern
Slide 15 - Open question
Wat betekent
vielleicht
vielleicht
Slide 16 - Open question
Wat betekent
der Traum
der Traum
Slide 17 - Open question
Wat betekent
reden
reden
Slide 18 - Open question
Wat betekent
der Rabatt
der Rabatt
Slide 19 - Open question
Vertaal in het Duits
dansen
dansen
Slide 20 - Open question
Vertaal in het Duits
voetballen
voetballen
Slide 21 - Open question
Vertaal in het Duits
zwemmen
zwemmen
Slide 22 - Open question
Vertaal in het Duits
broers en zussen
broers en zussen
Slide 23 - Open question
Vertaal in het Duits
skiën
skiën
Slide 24 - Open question
Vertaal in het Duits
tekenen
tekenen
Slide 25 - Open question
Vertaal in het Duits
pianospelen
pianospelen
Slide 26 - Open question
Vertaal in het Duits
strips lezen
strips lezen
Slide 27 - Open question
Hoe schrijf je het getal 16?
Slide 28 - Open question
Hoe schrijf je het getal 7?
Slide 29 - Open question
Vertaal: wanneer
Slide 30 - Open question
Vertaal: hoe
Slide 31 - Open question
Vertaal: waar
Slide 32 - Open question
Vertaal: wie
Slide 33 - Open question
Vertaal: welke
Slide 34 - Open question
Vertaal: heten
Slide 35 - Open question
Vertaal: mögen
Slide 36 - Open question
Vertaal: dürfen
Slide 37 - Open question
Vertaal: können
