Include: short introduction, all important information (see writing assignment), ending
Required language: correct pronunciation of numbers, present continuous
Slide 7 - Slide
What do you remember about the Present Continuous?
Slide 8 - Mind map
Present Continuous
Als je iets NU aan het doen bent.
- I am learning English
- You are listening to a story
- He is watching a TV show
Slide 9 - Slide
Present Continuous
Always use a form of 'to be' ( am, is , are ) + verb+ing
I amwalking
You arelistening
He/she/it istalking
We aregaming
You areplaying
They arereading
Slide 10 - Slide
What are articles/lidwoorden?
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
Articles: the, a, an
The (De)
Kan op de plek van beide A en AN, wanneer je iets specifieks benoemt.
An (Een)
Wanneer het woord dat volgt begint met een klinkerklank.
A (Een)
Wanneer het woord dat volgt begint met een medeklinkerklank.
Slide 13 - Slide
For breakfast I normally eat ______ sandwich.
A
a
B
an
C
the
Slide 14 - Quiz
My friends and I always meet at _______ supermaket on 4th avenue.
A
a
B
an
C
the
Slide 15 - Quiz
She has got ______ question.
A
a
B
an
C
the
Slide 16 - Quiz
We just went to ______ restaurant and ________ food was amazing
A
a, a
B
a, the
C
an, the
D
the, the
Slide 17 - Quiz
They were looking for _______ orange, where can they find those?
A
a
B
an
C
the
Slide 18 - Quiz
See - Think - Wonder
Bij 'See, Think, Wonder' bekijk je in stappen wat je voor je hebt. Dit kan een schilderij zijn, een voorwerp, of gewoon een plaatje.
Dit zijn de stappen die je volgt:
Slide 19 - Slide
See
Wat zie je precies? Hier kijk je dus alleen naar wat je ziet, bijvoorbeeld dingen, dieren, mensen, kleuren, etc. Je zegt verder niet wat het betekent of wat je erbij voelt.
'I see two people talking'.
Slide 20 - Slide
Think
Waar denk je dat het over gaat, of wat denk je dat er is gebeurd? Hier ga je dus een stapje verder en denk je na over wat voor verhaal er schuilt achter het kunstwerk.
'I think they are friends'.
Slide 21 - Slide
Wonder
Wat vraag je je af, of welke vragen zijn er ontstaan na stap 1 en 2? Tot slot bedenk je wat je verder zou willen weten over wat je hebt gezien. Wat heeft jou nieuwsgierig gemaakt? Of wat voor onbeantwoorde vragen zijn er?
'I wonder what they are talking about'.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Open question
Time for work
Continue working on your presentation or study the words Step 3