This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
4.4 Arbeiders strijden voor hun rechten
Slide 1 - Slide
Planning
1. Huiswerk nakijken (5-10 min)
2. Aantekeningen (10-15)
3. Uitleg opdracht (5 min)
4. Opdracht (15 min)
Doel: Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.
Slide 2 - Slide
Huiswerk Nakijken
4,6,7,8,10,11,12,13,14
Slide 3 - Slide
Aantekening
Rond 1850 ontstond in Europa het socialisme, een beweging die opkwam voor de arbeiders. De bedenker is Karl Marx.
De klassenmaatschappij zou tot een einde komen en er zou een klasseloze samenleving ontstaan, iedereen even rijk.
Slide 4 - Slide
Aantekeningen
Sociaaldemocratie, Gematigde stroming in het socialisme, die de werk- en leefomstandigheden van arbeiders wil verbeteren via wetgeving.
De vakbond is een vereniging van mensen met een bepaald beroep die opkomt voor de rechten van arbeiders.
Slide 5 - Slide
Werkgever vs werknemer
Sleep de kenmerken naar de juiste persoon
Wil zoveel mogelijk winst maken
Krijgt steun van de overheid
Vindt armoede is normaal
Krijgt steeds meer rijkdom
Weinig loon, veel armoede
Heeft geen kiesrecht
Heeft slechte werkomstandigheden
Geen opleiding, dus vaak geen goede baan
Slide 6 - Drag question
Zet de woorden op de juiste plek, doe de overige woorden in de prullenbak.
In de fabrieken waren er hele slechte . Het was er donker, benauwd en gevaarlijk. Ook waren de lonen van de arbeiders heel .
Mannen verdiende niet genoeg voor het hele gezin dus moesten en ook gaan werken. Zo ontstond er .
Mensen konden niet protesteren tegen deze omstandigheden want dan werden ze en hadden dan helemaal geen inkomen meer. Daarom gaan de arbeiders samenwerken in .
werkomstandigheden
laag
vrouwen
kinderen
kinderarbeid
ontslagen
vakbonden
mannen
woonomstandigheden
hoog
groepen
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Opdracht Liberalen VS Socialisten
We gaan een mini debat houden.
Ik verdeel de klas in 4 groepen.
Twee zijn er de socialisten en twee de liberalen.
Jullie krijgen 2 stellingen die jullie kunnen voorbereiden.
Daarna kies ik twee groepen uit die mogen gaan debatteren en de andere mogen aan het einde van het debat bepalen wie er gewonnen heeft.
Slide 9 - Slide
De stellingen:
Stelling 1: Het oprichten van vakbonden moet verboden worden.
Stelling 2: De overheid moet zich zo min mogelijk met de burgers en economie bemoeien.