Oefentoets persoonlijke zorg periode 1 basisjaar

Oefentoets persoonlijke zorg periode 1 basisjaar
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets persoonlijke zorg periode 1 basisjaar

Slide 1 - Slide

Theorie uit traject
Module 1
Module 4
Module 5
Module 6

Slide 2 - Slide

Deze laag bevat talgklieren
A
lederhuid
B
opperhuid

Slide 3 - Quiz

Deze laag bevat hoorncellen
A
opperhuid
B
lederhuid

Slide 4 - Quiz

Deze laag bevat veel bloedvaten
A
Lederhuid
B
Opperhuid

Slide 5 - Quiz

Nagels zijn hoornplaatjes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Uit welke weefsels bestaan vrouwelijke borsten vooral?
A
Bindweefsel
B
Klierweefsel
C
Spierweefsel
D
Vetweefsel

Slide 7 - Quiz

Het genitaalgebied omvat de geslachtsorganen en de omgeving daarvan, waaronder de anus.
Is deze werkwijze juist of onjuist.

Je wast het genitaalgebied van de man vanaf de balzak
richting de top van de penis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Je trekt (indien mogelijk) de voorhuid terug over de eikel
om de penis goed te kunnen wassen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

 Een onderdeel van basiszorg is het aan- en uittrekken van elastische kousen.
Kies in elke bewering over elastische kousen het juiste woord.

Slide 10 - Slide

Steunkousen worden vooral voorgeschreven om de bloedcirculatie in het been te
verbeteren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Er zijn nog geen hulpmiddelen op de markt, waarmee de zorgvrager de steunkousen
zelf aan en uit kan trekken.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als de steunkousen na een tijdje redelijk comfortabel gaan zitten, is het tijd
voor vervanging.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

 Een goede mondverzorging is van belang voor het lichamelijke, psychische en sociale welzijn
van de zorgvrager.
Welke beweringen over mondverzorging zijn juist?

Slide 14 - Slide

Tanden moeten minimaal twee keer per dag gepoetst worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Met flosdraad maak je een zagende beweging naar boven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een tandenstoker werkt het best als deze droog is
A
Niet waar
B
Waar

Slide 17 - Quiz

Een gebitsprothese reinig je met tandpasta zonder fluoride
A
Niet waar
B
Waar

Slide 18 - Quiz

Een gebitsprothese bewaar je in een bakje met vers water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

 Verzorgende Sapia had een paar weken geleden een smetplek ontdekt bij meneer
Van Verseveld. Deze plek is inmiddels genezen. Sapia geeft meneer Van Verseveld
advies over hoe hij nieuwe smetplekken kan voorkomen.
Geef bij elk advies aan of dit juist of onjuist is

Slide 20 - Slide

Wrijf uw huid na het wassen goed droog.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Draag wijdvallende onderkleding.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Breng een dun laagje zinkolie aan op de huid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Bij zorgvragers die onvoldoende lichaamsbeweging hebben, ben je alert op decubitus. Je 
probeert dit zoveel mogelijk te voorkomen. Je neemt daarom verschillende maatregelen. Een 
van die maatregelen is het optimaliseren van de lichaamshouding om de druk op bedreigde 
plaatsen te verminderen.    .

Slide 24 - Slide

Welke maatregel kun je nemen bij een zorgvrager die weinig lichaamsbeweging heeft en veel
in rugligging ligt?
A
Je zet het bed alleen hoger bij het hoofd
B
Je zet het bed alleen hoger bij de benen.
C
Je zet het bed hoger bij het hoofd en de benen.

Slide 25 - Quiz

Zorgvragers die onvoldoende lichaamsbeweging krijgen, hebben een vergroot risico op een
trombosebeen. Het is belangrijk dat er maatregelen genomen worden om de kans hierop zo
klein mogelijk te maken. Als het ontstaat, is het belangrijk dat je het snel herkent, zodat er
actie ondernomen kan worden

Slide 26 - Slide

Welk symptoom past niet bij een trombosebeen?
A
Dwangstand van het been
B
Zwelling van het been
C
Verhoogde lichaamstemperatuur

Slide 27 - Quiz

Als zorgverlener is het jouw taak om zoveel zorg uit handen te nemen bij een cliënt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Je desinfecteert je handen voor het aantrekken en na het uittrekken van de handschoenen
A
Niet waar
B
Waar

Slide 29 - Quiz

Welke maatregel verkleint het risico op vallen
A
Een schone en opgeruimde omgeving
B
Hoog-laag bedden in de middelste stand zetten
C
Het gebruik van loophulpmiddelen beperken

Slide 30 - Quiz

Welk bed staat ingesteld op de semi-Fowlerhouding?
A
A
B
B
C
C

Slide 31 - Quiz

Als je bij een bed verschonen de cliënt veel moet draaien, welk hulpmiddel gebruik je hier dan het meest voor?
A
Bedhek
B
Glijzeil
C
Steeklaken

Slide 32 - Quiz

Een dekenboog zorg voor minder druk op bijvoorbeeld een gewond been
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Het verschil tussen desinfecteren en steriliseren is?
A
Steriliseren doodt bacteriën, desinfecteren maakt bacteriën onschadelijk
B
Steriliseren maakt bacteriën onschadelijk, desinfecteren doodt bacteriën

Slide 34 - Quiz

Stomatitis is een ontsteking van het neusslijmvlies
A
Niet waar
B
Waar

Slide 35 - Quiz

Bij een cliënt met een verlamde arm begin je met aankleden altijd aan de niet aangedane zijde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Je trekt tijdens de basiszorg niet steriele handschoenen aan als je in aanraking komt met lichaamsvloeistoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Wat kan je doen om spitvoeten te voorkomen?
A
Dekbed strak om de voeten instoppen
B
Dekbed na het instoppen bij de voeten losmaken

Slide 38 - Quiz

Bij osteoporose worden de botten dikker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Je ziet bij een zorgvrager dat de hiel rood is met blaarvorming, welke categorie decubitus is dit?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 40 - Quiz

Bij het wassen van een zorgvrager
A
Werk je van beneden naar boven
B
Van boven naar beneden
C
Van vuil naar schoon
D
Van schoon naar vuil

Slide 41 - Quiz

Een contractuur is een dwangstand van een gewricht
A
Niet waar
B
Waar

Slide 42 - Quiz

Als een cliënt last heeft van obstipatie geef je het advies om weinig vezels te eten en wat minder te gaan drinken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Welke wetgeving geldt er als je een cliënt beperkt in zijn of haar vrijheid?
A
ARBO wet
B
Wet zorg en dwang
C
wet BIG

Slide 44 - Quiz