Carnaval Yuverta 2025
1 / 22
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is de oorsprong van carnaval?
A
Bedacht om de voorjaarsvakantie op te vrolijken.
B
Als grap.
C
Bij de armen in de jaren twintig.
D
Katholiek feest voor de vasten.
Slide 2 - Quiz
wat zijn de carnavalskleuren
A
rood wit blauw
B
rood geel groen
C
blauw geel wit
D
oranje geel groen
Slide 3 - Quiz
Het woord 'carnaval' is afgeleid van het Latijnse 'carne vale'. Wat betekent het woord 'carnaval'?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel vlees
C
Vaarwel drank
D
We zullen niet falen
Slide 4 - Quiz
Hoe groet je iemand bij de Carnaval?
A
Hallo!
B
Ola!
C
Bonjour!
D
Alaaf!
Slide 5 - Quiz
Op welke dag is carnaval afgelopen?
Op welke dag is Carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag
Slide 6 - Quiz
Wat is carnaval?
A
een feest
B
een huis
C
een provincie
D
een stad
Slide 7 - Quiz
Wat krijgt Prins carnaval voorafgaand aan carnaval van de burgemeester?
A
Een confetti kanon
B
Een muts
C
Een sleutel
D
Een trommel
Slide 8 - Quiz
Wat is geen kleur van carnaval?
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw
Slide 9 - Quiz
Wat is een andere naam voor carnaval?
A
Krabbegat
B
Aswoensdag
C
Vastelaovend
D
Vasteavond
Slide 10 - Quiz
Welke muziekstijl werd in de jaren 2000 steeds populairder tijdens Carnaval, naast de traditionele carnavalsliedjes?
A
Jazz
B
Dance en techno
C
Klassieke muziek
D
Rock
Slide 11 - Quiz
Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag
Slide 13 - Quiz
Wat is geen plaatsnaam tijdens Carnaval
A
Lampegat
B
Kielegat
C
Moddergat
D
Hollegat
Slide 14 - Quiz
Wat is het Carnavals-getal?
A
2
B
11
C
99
D
21
Slide 15 - Quiz
Van wie is deze carnaval hit?
A
Fabrizio
B
Peter Selie
C
Jan Biggel
D
Berk Music
Slide 16 - Quiz
Dorpen en steden hebben hun eigen carnavalsnaam. Wat is de naam van Breda tijdens carnaval?
A
Lampegat
B
Kielegat
C
Kruikenstad
D
Boemeldonck
Slide 17 - Quiz
Carnaval is ... February.
timer
0:20
A
At
B
On
C
In
Slide 18 - Quiz
Raad het
carnavalslied
carnavalslied
A
Wat is Hij lang
B
Mèn Nie Bèlle!
C
Stripke Veur
D
Confetti in m'n bier
Slide 19 - Quiz
Raad het
carnavalslied
carnavalslied
A
Ik wil Bier!
B
Steiger
C
Ik wil Pils
D
Ik moet zuipen!
Slide 20 - Quiz
Raad het
carnavalslied
carnavalslied
A
Bestel Mar
B
De Bouw is Wauw
C
Ladderzat
D
Sex met die Kale
Slide 21 - Quiz
Raad het
carnavalslied
carnavalslied
A
Naar voren, naar achter
B
Vol Gas!!
C
Kind van de barman
D
Shirt uit en zwaaien
