3: Pers vnw+vraagwoorden

STARTOPDRACHT: pak je huiswerk erbij







Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

STARTOPDRACHT: pak je huiswerk erbij







Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

1. oft = vaak
2. auch = ook
3. aber = maar
4. es gibt =er is/er zijn
5. immer = altijd
6. vielleicht = misschien
Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 3 - Slide

Woche: fünfunddreißig
Am Ende dieser Stunde:
1. kennst du Fragewörter übersetzten
2. bist du bekannt mit den Personalpronomen
3. kennst du die Zahlen bis hundert

Slide 4 - Slide

1. kennst du Fragewörter übersetzten
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 5 - Slide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
  1. Was?
  2. Wer?
  3. Wie?
  4. Wann?
  5. Warum?
  6. Wo?
  7. Welche?
  8. Wohin?
  9. Wie viel?
  10. Woher?


  1. Wat?
  2. Wie?
  3. Hoe?
  4. Wanneer?
  5. Waarom?
  6. Waar?
  7. Welke?
  8. Waarheen?
  9. Hoeveel?
  10. Waarvandaan?


Slide 6 - Slide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Aufgabe vier, Seite dreiunddreißig

: Schüler selbständig

: im Buch

: drei Minuten

: via vraagwoorden krijg je antwoorden
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 8 - Slide

2. bist du bekannt mit den Personalpronomen
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 9 - Slide

Wat klopt niet?

Ik hebben afgesproken met mijn vrienden. Wij gaat samen naar de bioscoop. Het gebeuren niet vaak dat wij met zo'n grote groep gaat. 

Wat ga jullie doen?
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 10 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Twee functies van het persoonlijke voornaamwoord:
1. het bepaalt hoe het werkwoord geschreven wordt
2. het geeft in de zin aan over wie of wat het gaat

Slide 11 - Slide

DU
ich
du
er
sie
es
man
  wir
ihr
sie
Sie
NL
ik
jij
hij
zij
het
men
  wij
jullie
zij
u
enkelvoud
meervoud
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 12 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 13 - Slide

3. kennst du die Zahlen bis hundert
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 14 - Slide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


:

: Schüler selbständig

:

:

:
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 16 - Slide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Aufgabe dreizehn, Seite zwanzig

: Schüler selbständig

: im Buch

: zwei Minuten

: taal leer je door te luisteren
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 18 - Slide

Diese Unterrichtsstunde lerntest du:
  • de vraagwoorden
  • het persoonlijk voornaamwoord
  • getallen tot 100
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 19 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:
Lernen: die Fragewörter + Personalpronomen

Slide 20 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:
Machen: Wörter Lektion zwei (D/N), Seite achtundvierzig ins Heft (=schrift) schreiben 

Slide 21 - Slide