Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).
Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.
Slide 5 - Slide
Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).
Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een boekhandel gewerkt.
Slide 6 - Slide
Nevenschikkende argumentatie
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Nevenschikkende argumentatie
Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Argumentatieschema's
Oorzaak en gevolg (causaliteit)
Kenmerk of eigenschap
Voor- en nadelen
Vergelijking
Algemene uitspraak en voorbeelden
Slide 11 - Slide
Zelfwerktijd: Schrijven - argumentatie
VIA Werkboek 3F:VIA Handboek:
ARGUMENTATIE: Opdracht 10 op pagina 86 ........................................pagina 130-134
Slide 12 - Slide
TOETS 1: LEZEN, ARGUMENTEN & DROGREDENEN: in week 41 (over 2 weken, in de week van 11 oktober)