Cellen 1.3

welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek!
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.

timer
5:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek!
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.

timer
5:00

Slide 1 - Slide

 Cellen

Slide 2 - Slide

lesdoelen
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.

Cellen zijn de bouwstenen van organismen. Je lichaam bestaat uit verschillende typen cellen.


Slide 3 - Slide

Deze les
Uitleg cellen
(Practicum)

Slide 4 - Slide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 5 - Slide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving

  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven

  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA

Slide 6 - Slide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)

  • Bladgroenkorrels, voor fotosynthese

  • Celwand: stevig laagje om cel heen.

Slide 7 - Slide

Bas 3 De microscoop 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
5 Je kent de onderdelen van een microscoop met hun functie
6 Je kunt de vergroting van de microscoop uitrekenen
7 Je kunt uitleggen wat een preparaat is

Slide 9 - Slide

De Microscoop
De twee belangrijke microscopen
  1. Elektronenmicroscoop.
  2. Lichtmicroscoop.

Op school wordt er gewerkt met een lichtmicroscoop.








Slide 10 - Slide




onderdelen microscoop

Slide 11 - Slide

Oefenen: microscopie
Je kent
de onderdelen
en 
de functies
van de 
microscoop

Slide 12 - Slide

vergroting berekenen
vergroting van je oculair x vergroting van het objectief.

Het oculair op school vergroot altijd 10X

Slide 13 - Slide

objectief x
oculair

Slide 14 - Slide

Microscopie
Oculair vergroot 10 x
Objectieven
  • rood 4 x
  • geel 10 x
  • blauw 40 x

De vergroting is oculair x objectief


Slide 15 - Slide

Verschillende vergrotingen 

Aangeduid op de lens met een kleurtje
  • Rood vergroot 40x
  • Geel vergroot 100 x
  • Blauw vergroot 400 x


Slide 16 - Slide

Vergroting berekenen
Oculair X Objectief

Voorbeeld: Oculair = 10x, Objectief = 400x
Hoeveel is de vergroting?

10 x 400 = 4000 keer vergroot

Slide 17 - Slide

Een preparaat maken

Slide 18 - Slide

preparaat maken

Slide 19 - Slide

Preparaat maken

Slide 20 - Slide

Onderdelen microscoop

Slide 21 - Slide

blz 95/97 lezen 
maken opdr 1 t/m 7

Slide 22 - Slide

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het vlies om een dierlijke cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 24 - Quiz

Practicum
3: wangslijmvlies
3: waterpest
(3: zetmeel / kleurstofkorrels)

Slide 25 - Slide

Opdrachten 2.3
Meer uitdaging?
Sla opdracht 5 over en maak opdrachten 3 en 4 van 2.6

Slide 26 - Slide