Hitler doet het enorm goed onder de bevolking, maar voor hem niet goed genoeg. Hij had bij de verkiezingen van 1932 nog geen meerderheid. Zonder deze meerderheid moest Hitler samenwerken met andere partijen en dit wilde hij niet.
Hitler haalt de president van de Weimarrepubliek over om hem tot Rijkskanselier te benoemen. Net na deze benoeming wordt de Reichstag in brand gestoken door Marinus van der Lubbe. Volgens Hitler was het een aanval van de communisten op Duitsland.