Vaardigheden
1 / 21
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Bij aardrijkskunde werken we niet alleen met dimensies, maar ook met schaalniveaus. Welke geografische schaalniveaus herken je in de volgende uitspraak? Kies per uitspraak twee schaalniveaus.
‘De Guarani-indianen in de deelstaat Mato Grosso voelen zich bedreigd in hun bestaan.’
‘De Guarani-indianen in de deelstaat Mato Grosso voelen zich bedreigd in hun bestaan.’
A
Lokaal niveau
B
Regionaal niveau
C
Continentaal niveau
D
Politieke dimensie
Slide 2 - Quiz
Bij aardrijkskunde werken we niet alleen met dimensies, maar ook met schaalniveaus. Welke geografische schaalniveaus herken je in de volgende uitspraak? Kies per uitspraak twee schaalniveaus.
‘Ontbossing draagt bij aan klimaatverandering.’
‘Ontbossing draagt bij aan klimaatverandering.’
A
Lokaal niveau
B
Regionaal niveau
C
Continentaal niveau
D
Politieke dimensie
Slide 3 - Quiz
Vijf schaalniveaus: zet in volgorde van groot naar klein schaalniveau.
1.
2.
3.
4.
5.
Continentaal
Mondiaal
Lokaal
Nationaal
Regionaal
Slide 4 - Drag question
De kledingproductie in India heeft verschillende gevolgen op verschillende schaalniveaus. Maak de juiste combinaties.
Voordeel op nationaal niveau voor India.
Nadeel op lokaal niveau voor India.
Voordeel op mondiaal niveau.
Nadeel op continentaal niveau voor West-Europa.
De kledingindustrie levert werkgelegenheid en geld op
De werknemers in de kledingindustrie maken lange dagen en verdienen erg weinig
De prijzen van kleding zijn lager, doordat de productie goedkoop is
De kledingindustrie is voor een groot deel verdwenen
Slide 5 - Drag question
Zet de juiste schaalniveaus bij de gebieden.
Zuid oost Azië
Wereld
Strijp S
Europa
Luxemburg
Mondiaal
Nationaal
Lokaal
Regionaal
Continentaal
Slide 6 - Drag question
Bij welke dimensie hoort deze uitspraak?
"Het was in de maand mei veel natter dan gebruikelijk is rond die tijd"
"Het was in de maand mei veel natter dan gebruikelijk is rond die tijd"
A
Economische dimensie
B
Natuurlijke dimensie
C
Politieke dimensie
D
Culturele dimensie
Slide 7 - Quiz
Sociale dimensie
Economisch dimensie
Politieke dimensie
Slide 8 - Drag question
Wat is een voorbeeld van de politieke dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
In India worden veel talen gesproken
D
In India komt elke zomer de moesson
Slide 9 - Quiz
A. Sociaal-culturele dimensie
B. Economische dimensie
C. Politieke dimensie
D. Fysische dimensie
Slide 10 - Drag question
Welke term valt onder de politieke dimensie?
A
Natuurgebieden
B
Oorlog
C
Vakantieresorts
D
Economische groei
Slide 11 - Quiz
Bij welke dimensie hoort deze uitspraak?
"Ik voel me een echte Nederlander"
"Ik voel me een echte Nederlander"
A
Economische dimensie
B
Natuurlijke dimensie
C
Politieke dimensie
D
Culturele dimensie
