Quizvragen 1.1 t/m 1.4 nieuw

Wat is geen weerelement?
A
Temperatuur
B
Wind
C
Sneeuw
D
Bewolking
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is geen weerelement?
A
Temperatuur
B
Wind
C
Sneeuw
D
Bewolking

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Bron 1 laat een weerkaart van de provincie Groningen zien. Welke weerelementen ontbreken er op de weerkaart?


A
bewolking en temperatuur
B
luchtdruk en temperatuur
C
luchtdruk en neerslag

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke klimaatfactor zie je hier?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
Zeestromen
D
Ligging van gebergten

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Door welk klimaatfactor is de temperatuur in januari aan de kust lager?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Afstand tot de zee
D
Geen van deze

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk seizoen heeft Nederland in dit plaatje?
A
winter
B
zomer
C
herfst
D
lente

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In Spanje is het warmer dan in Nederland doordat de zoninvalshoek in Spanje:
A
Langer is
B
Korter is
C
Groter is
D
Kleiner is

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als het in een dal op 1200 meter hoogte 14° C. is, wat is dan de temperatuur op 3200 meter hoogte?
A
18° C.
B
-2,9° C.
C
3,8° C.
D
2° C.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Verder met uitleg 1.3!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geef met behulp van bron 2 aan waardoor de kans dat je in Nederland verbrandt groter is dan in Zuidwest-Spanje.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Zie afbeelding

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn isobaren?
A
Lijnen die plaatsen met dezelfde hoogte verbinden.
B
Lijnen die plaatsen met dezelfde temperatuur verbinden.
C
Lijnen die plaatsen met dezelfde hoeveelheid neerslag verbinden.
D
Lijnen die plaatsen met dezelfde luchtdruk verbinden.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Plaats de juiste omschrijving op de juiste plek
Zonnig
Weinig wind
Veel wind
Bewolkt / neerslag

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Gebruik bron 2. In welk deel van Spanje (noorden, oosten, zuiden of westen) waait het het hardst? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Bij welke cijfer(s) vindt je een hogedrukgebied?
A
Alleen bij 1
B
Bij 2 en 4
C
Bij 2 en 3
D
Bij 1 en 4

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij lage druk
A
Stijgt de lucht
B
Daalt de lucht

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Verder met uitleg 1.4!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met verdampen?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Condenseren is:
A
Van gasvormig terug naar vloeibaar
B
Van gasvormig naar vaste vorm
C
Van vaste vorm terug naar vloeibaar
D
Van vloeibaar naar gasvormig

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Warme lucht ..... (1)
hierbij ......(2) de waterdamp
A
1=daalt 2=condenseert
B
1=stijgt 2=verdampt
C
1=daalt 2=verdampt
D
1=stijgt 2=condenseert

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De zon verwarmt een stuk land. De lucht stijgt op en door de condensatie ontstaan wolken en neerslag. 
Koude botst met warme lucht en duwt deze warme lucht omhoog. De warme lucht stijgt, koelt af, condenseert en uit de wolken valt neerslag.
Lucht borst tegen een gebergte, stijgt op en door condensatie ontstaan wolken en neerslag. 
Frontale neerslag
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Frontale neerslag komt voor bij de evenaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Check
De overheersende wind in het westen van de Verenigde Staten is een westenwind.
Geef met behulp van bron 9 de oorzaak waardoor in Reno minder neerslag valt dan in Santa Rosa.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Verder met uitleg waterkringloop!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
afstromen
neerslag
Infiltreren
Verdamping
Condenseren

Slide 25 - Drag question

nu kun je je kennis testen. 
Waar staan twee onderdelen van de waterkringloop die behoren tot de
korte waterkringloop? 
Sleep het juiste antwoord naar 'dit is het goede antwoord.'
Dit is het goede antwoord
afstroming en condensatie 
afstroming en infiltratie
condensatie en infiltratie
condensatie en verdamping
verdamping en afstroming
verdamping en infiltratie

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Antwoord
Daalt
Frontale neerslag
Spanje

Slide 27 - Slide

This item has no instructions