All Right! - Unit 2 - TOETS voorbereiding

All Right! - Unit 2

TOETS voorbereiding
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

All Right! - Unit 2

TOETS voorbereiding

Slide 1 - Slide

Wat moet je voor de toets van UNIT 2 kennen?
Alle WORDS, EXPRESSIONS en GRAMMAR van Unit 2.

Waar vind je die?
Studybox p. 80 t/m 85
WORDS: Appearance of things, Traffic, Cooking and kitchen, Household
EXPRESSOINS: A t/m E
Grammar: Past Simple, Bezit met 's en 'Vergelijkingen 


Vandaag gaan we vooral oefenen met Grammar        next slide!

Slide 2 - Slide

2.2 GRAMMAR

  • Regelmatige werkwoorden: stam + ed
We walked to school yesterday. (to walk)
(?) Did we walk to school yesterday?
(-) We didn't walk to school yesterday.
  • Onregelmatige werkwoorden: 2e rijtje
I made a new video last weekend. (to make)
(?) Did I make a new video last weekend?
(-) I didn't make a new video last weekend.



to be (zijn):
I am  >  I was
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were
The Past Simple = verleden tijd

Slide 3 - Slide

Welk werkwoord staat in de Past Simple (verleden tijd)?
A
looking
B
runs
C
bored
D
sang

Slide 4 - Quiz

Welke regel hoort bij de Past Simple (verleden tijd)?
A
ww + s
B
ww + ed
C
ww + ing
D
tweede rijtje van onregelmatige ww.

Slide 5 - Quiz

Dus...
Past Simple = verleden tijd
Is in het verleden gebeurd.

Regel:
ww + ed
of
2e rijtje in lijst van onregelmatige ww.

Slide 6 - Slide

Wat is de verleden tijd van het ww?
walk

Slide 7 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
listen

Slide 8 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
change

Slide 9 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
pay

Slide 10 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
drink

Slide 11 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
speak

Slide 12 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
go

Slide 13 - Open question

The Past Simple
             + zinnen

ondw.    ww + ed
        
Jim         played
We          walked
People   talked

ondw.      onr. ww. 2e rij
I                 thought
You           made
Our cats  slept
               - zinnen

ondw.      did not ww

Sarah       didn't    play
They         didn't    think
My sister didn't    find
               ? zinnen

Did  ondw.         ww?    

Did  he                go?
Did  my friend  help?
Did  we               find?

Is gebeurt in het verleden en is afgelopen.

Slide 14 - Slide

(?)   Vragen in de verleden tijd:

Dan gebruiken we het hulpje ‘did’.


He played  a game during class.
Did he play a game during class?

The audience laughed at his jokes.
Did the audience laugh at his jokes?

Mary bought a new jeans.
Did Mary buy a new jeans?
(-)   Ontkenningen in de verleden tijd:

Dan gebruiken we ook het hulpje ‘did’ met ‘not’ erbij.

He played a game during class.
He did not play a game during class.

The audience laughed at his jokes.
The audience did not laugh at his jokes.

Mary bought a new jeans.
Mary did not buy a new jeans.

Slide 15 - Slide

Dus…

Je moet ook 
vragen (?) en 
ontkenningen (-) 
kunnen maken in 
de verleden tijd.


Slide 16 - Slide

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Brad lived in Amsterdam."

Slide 17 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"I liked maths."

Slide 18 - Open question

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Her parents started a business."

Slide 19 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"Susan cried last night."

Slide 20 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"They went to Spain."

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

2.4 Grammar
  • Bekijk de video met de klas. Let goed op!!
    Je krijgt uitleg over hoe je bezit 
    aangeeft in het Engels.

  • Scan de QR-code en maak de oefening over
    bezit in het Engels.
          Oefenen
     1:                     2:

Slide 24 - Slide

2.5 Grammar

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Wat moet je voor de toets van UNIT 2 kennen?
Alle WORDS, EXPRESSIONS en GRAMMAR van Unit 2.

Waar vind je die?
Studybox p. 80 t/m 85
WORDS: Appearance of things, Traffic, Cooking and kitchen, Household
EXPRESSOINS: A t/m E
Grammar: Past Simple, Bezit met 's en 'Vergelijkingen 


Ga nu leren, overhoren, oefenen voor de toets!
Doe dit met je boek of in All Right! online.

Slide 27 - Slide