2kgt les 15

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Question of the Day

(Psst, this one will be on the test!)

Vertel in een kort verhaaltje (3-5 zinnen) uitgebreid over een gebeurtenis uit jouw leven. Vertel wat je deed, met wie je was en wat er gebeurde of wat er te zien was.

Weet je het nog?

Do you remember?

Er zijn maar drie woorden die in een Engelse vraagzin (VT) vooraan mogen staan. Welke drie woorden zijn dat?

Wat is de meest gemaakte fout bij het maken van vragen/ontkenningen in de verleden tijd?
(iets met het werkwoord)

You are the teacher

Zijn de zinnen goed of fout?

Vraagzin:
DID he TELL you what to do?

1. Correct
2. Wrong

Vraagzin:
DID you SLEPT well?

1. Correct
2. Wrong

Vraagzin:
DID he WAS an idiot?

1. Correct
2. Wrong

Ontkenning:
The scientists DIDN'T FIND the cure.

1. Correct
2. Wrong

Ontkenning:
The guard DIDN'T CARRIED a gun.

1. Correct
2. Wrong

Ontkenning:
We WEREN'T LEARNING a lot there.

1. Correct
2. Wrong

Let's make it harder

Laten we het moeilijker maken

VERTAAL:
Ik geloofde in haar.

VERTAAL:
Max sloeg Jack op school.

VERTAAL:
Was jouw vader streng?

VERTAAL:
Heb jij bloemkool verkocht?
(bloemkool = cauliflower)

VERTAAL:
De tijgers waren niet gevaarlijk.

VERTAAL:
De kinderen leerden geen Engels.

Questions?

- verleden tijd

- vragen

- ontkenningen

- onregelmatige werkwoodren

Check homework

ex. 44d (p.58)