Hoofdstuk 4 - Elektriciteit || Paragraaf 2 - Stroomkringen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 2 - Slide

Welke deeltjes verplaatsen zich bij elektriciteit?
A
Atomen
B
Ladingen
C
Elektronen
D
Atoomkernen

Slide 3 - Quiz

Genoeg elektronen
Te veel elektronen
Te weinig elektronen

Slide 4 - Drag question

Positief geladen
Negatief geladen
Neutraal

Slide 5 - Drag question

De eenheid van spanning is
A
Ampére
B
Thriller
C
Watt
D
Volt

Slide 6 - Quiz

Het symbool van spanning is
A
u
B
U
C
S
D
I

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de plaats waar de spanning vandaan komt?
A
Stopcontact
B
Een Wattje
C
Een spanningbron
D
Een Stroombron

Slide 8 - Quiz

Waarom is een batterij geen geschikte spanningsbron voor een wasmachine?
A
Hij heeft te weinig stroom
B
Hij heeft te weinig spanning

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe kan een adapter een mobiele telefoon opladen?

A
Er gaat positieve spanning de telefoon in en er komt tegelijk negatieve spanning uit.
B
Er gaat spanning de telefoon in en evenveel spanning gaat er tegelijk uit.
C
Spanning stroomt alleen maar naar de telefoon toe.
D
Er stroomt afwisselend positieve spanning de telefoon in en negatieve spanning de telefoon uit.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is de richting van de elektrische stroom in een gesloten stroomkring?
A
Naar het lampje toe
B
Naar de negatieve pool van de batterij
C
Van het lampje weg
D
Naar de positieve pool van de batterij

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide