Herhaling PM 1 PTA 1 2024

Herhaling PTA PM1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Herhaling PTA PM1

Slide 1 - Slide

PTA 1
Leren :
Alles van Dier en Groen
Zie A-4

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
Voor het PTA 
  • … weet je wat een soort is;
  • ... weet je wat een ras is;
  • ... weet je wat gezelschap- en productiedieren zijn;
  • ... weet je welke typen dieren we hebben;
  • ... weet je welke (gebruiks) doelen een dier kan hebben;
  • ... weet je het verschil tussen reinigen en ontsmetten;
  • ... weet je wat zoönosen zijn en kan  je er minimaal 3 opnoemen;
  • ... weet je wat heterosis is;
  • ... weet je welke soorten eters er zijn en wat voor soort tanden/kiezen ze hebben;
  • ... weet je wat ruw- en krachtvoer is en kan je hier voorbeelden van benoemen;
  • … weet je hoe je moet hanteren
  • ...weet je wat een Gesloten en Open teelt is
  • .... weet je wat vruchtwisseling is 
  • .....weet je de grondsoorten te benoemen
  • ....weet je de groeifactoren

Slide 3 - Slide

Bij een soort
A
Kunnen dieren onderling paren en zijn de nakomelingen vruchtbaar
B
Kunnen dieren onderling niet paren en krijgen geen nakomelingen
C
Kunnen dieren onderling paren en krijgen onvruchtbare nakomelingen
D
Kunnen dieren niet paren

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Wat zijn productiedieren en geef wat voorbeelden

Slide 6 - Mind map

Wat voor soort type paard is dit?
A
Tuigpaard
B
Rijpaard

Slide 7 - Quiz

Tuigpaard

Slide 8 - Slide

Rijpaard

Slide 9 - Slide

Wat is een dubbeldoel koe?

Slide 10 - Open question

Welk type zouden de volgende koeien zijn? Sleep je koe naar het goede type.
Melkkoe
Vleeskoe
Vleeskoe

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

Reinigen 
  1. Uitmesten
  2. Vast zittend vuil verwijderen 
  3. Schoonmaken met -->sopje
  4. Hok naspoelen

Slide 13 - Slide

Ontsmettingsmiddelen

Slide 14 - Slide

Zoönose
A
Een ziekte die overdraagbaar is door de lucht
B
een ziekte die overdraagbaar is door bacteriën
C
een ziekte overdraagbaar van dier op dier
D
een ziekte overdraagbaar van een dier op een mens

Slide 15 - Quiz

Zoönose

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Video

Als het dier beter presteert als de ouderdieren noem je dat
A
doorgefokt
B
een raszuiver dier
C
heterosis
D
kruisen

Slide 18 - Quiz

Ligboxenstal

Slide 19 - Slide

Grupstal

Slide 20 - Slide

Potstal

Slide 21 - Slide

ALLESETER
PLANTENETER
VLEESETER

Slide 22 - Drag question

Alles eter
Planten eter
Vlees eter

Slide 23 - Drag question

Een kenmerk van een ruwvoer is . . .
A
Komt uit de fabriek
B
Komt van het land, weinig of niet bewerkt
C
Bevat altijd weinig water
D
Bevat geconcentreerde voedingsstoffen

Slide 24 - Quiz

Noem zoveel mogelijk soorten ruwvoer

Slide 25 - Open question

Een kenmerk van krachtvoer is
A
Komt van het land en is weinig of niet bewerkt
B
Bevat veel water
C
Komt meestal uit de fabriek
D
bevat meestal weinig voedingsstoffen

Slide 26 - Quiz

Schaalvergroting=Bedrijven groter
Schaalvergroting in de landbouw is een gevolg van nieuwe mogelijkheden op het vlak van mechanisatie en automatisering, waardoor ondernemers meer grond kunnen bewerken of meer dieren kunnen verzorgen. Hierdoor is de omvang van de bedrijven toegenomen, waardoor er minder bedrijven zijn, maar wel van grotere omvang

Slide 27 - Slide

Verschillende grondsoorten
Klei = vruchtbaar
Zand = Laat water goed door


Slide 28 - Slide

Groeifactoren

  • licht
  • warmte
  • lucht
  • water
  • grond
  • voeding
  • ruimte

Slide 29 - Slide

Vruchtwisseling 
Vruchtwisseling = na elke oogst van een gewas moet er een ander gewas op het stuk grond. 

Omdat: 
- de bodem moe wordt. 
- ziekten en plagen voorkomen. 
- bemesting op maat mogelijk 
- het moet van de overheid. 
Hoe: 
- Door het maken van een teeltplan 

Slide 30 - Slide

Hoofdgroepen gewassen

1. Koolgewassen 
2. Bladgewassen
3. Vruchtgewassen 
4 Wortelgewassen 
5. Aardappelen 
6. Peulgewassen 
 







Slide 31 - Slide

Openteelt
Gesloten teelt

Slide 32 - Slide

Kunstmatige grond= Substraten
 substraten
 kleikorrels, steenwol, kokos, foamschuim , watten


Slide 33 - Slide

Belangrijke woorden
  • Soort/Ras
  • Gezelschapsdier/Productiedier
  • Typen dieren
  • (Gebruiks) doelen
  • Reinigen/Ontsmetten
  • Zoönose + voorbeelden
  • Heterosis
  • Soorten eters
  • Tanden/kiezen eters
  • Ruwvoer/Krachtvoer
  • Voorbeelden ruw- en krachtvoer
  • Hanteren
  • groeifactoren
  • Vrucht wisseling
  • Teeltplan
  • Open en gesloten teelt
  • Hoofdgroepen gewassen
  • Substraten
  • Schaalvergroting

Slide 34 - Slide