LO De Microscoop

Thema 2 Organen en cellen
Leren onderzoeken Werken met een microscoop
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 2 Organen en cellen
Leren onderzoeken Werken met een microscoop

Slide 1 - Slide

Veilig werken
- Luister goed naar de docent of TOA
- Houd je aan de opdracht

Als je werkt met vuur of gevaarlijke stoffen
- draag en labjas en een veiligheidsbril
- lang haar moet in een staart
- zorg voor een veilige werkomgeving (tassen onder de tafel, geen losse veters, niet teveel rommel op tafel etc.)

Slide 2 - Slide

Veilig werken
  • Zet de microscoop op een veilige plek
  • Zorg ervoor dat niemand over de snoer kan struikelen
  • Als je de microscoop vervoert, hou de microscoop met twee handen vast.

Slide 3 - Slide

Microscoop

Slide 4 - Slide

Een preparaat maken

Slide 5 - Slide

Een preparaat

  • voorwerpglas/objectglas
  • dekglaasje
  • object (het voorwerp dat je gaat bekijken)

Soms gebruik je ook nog een druppel water of jodium
Preparaat bestaat uit:

Slide 6 - Slide

Preparaat maken

Slide 7 - Slide

Wat is een preparaat?
A
objectglaasje met gewenst voorwerp
B
dekglaasje met gewenst voorwerp
C
dekglaasje en objectglaasje met gewenst voorwerp
D
oculair op de microscoop

Slide 8 - Quiz

door welk gedeelte van de microscoop kijk je heen?
A
diafragma
B
revolver
C
oculair
D
scherpstelschroef

Slide 9 - Quiz

Aan welk gedeelte pak je de microscoop vast?
A
tafel
B
tubus
C
statief
D
klemmen

Slide 10 - Quiz

Wat bekijk je onder de microscoop?
A
Cellen
B
weefsel
C
orgaan
D
Preparaat

Slide 11 - Quiz

Welk onderdeel van de microscoop zie je op deze afbeelding?
A
Oculair
B
Diafragma
C
Statief
D
Revolver

Slide 12 - Quiz

Waarvoor dient het oculair van een microscoop?
A
Hier kijk je doorheen
B
Hiermee stel je scherp
C
Hier pak je de microscoop vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht

Slide 13 - Quiz

Bij een microscoop zet je een preparaat vast met de klemmen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz