Check Leerdoel: Ik kan zijden en hoeken berekenen

Gebruiken we sinus, cosinus of tangens om hoek A te berekenen?
A
sin
B
cos
C
tan
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Gebruiken we sinus, cosinus of tangens om hoek A te berekenen?
A
sin
B
cos
C
tan

Slide 1 - Quiz

De tekst gaat over
A
werken als tuinman
B
werken voor duurzaamheid

Slide 2 - Quiz

De tekening bestaat uit 2
gelijkvormige driehoeken.

Wat is de overeenkomstige
zijde van zijde DE?
A
AC
B
CB
C
CE
D
AB

Slide 3 - Quiz

Gebruik je sinus, cosinus of tangens om hoek L te berekenen?
A
Sinus
B
Cosinus
C
Tangens

Slide 4 - Quiz

Om op je rekenmachine een hoek met tangens te berekenen gebruik ik:
A
Tan
B
Tan1

Slide 5 - Quiz

Gebruiken we sinus, cosinus of tangens om hoek A te berekenen?
A
sin
B
cos
C
tan

Slide 6 - Quiz

Bereken LM met de stelling van Pythagoras
A
9
B
6,7
C
3
D
4,2

Slide 7 - Quiz

Stelling van Pythagoras is:
A
Makkelijk
B
Te doen
C
Moeilijk
D
Wat is dat?

Slide 8 - Quiz

Er zijn twee gelijkvormige driehoeken, welk antwoord klopt?
A
ΔPQRΔPMK
B
ΔPQRΔPKM
C
ΔPQRΔKPM
D
ΔPQRΔPKR

Slide 9 - Quiz

Wat doe je met de stelling van Pythagoras?
A
Hoeken meten
B
Zijden berekenen
C
Hoeken en zijden berekenen
D
Oppervlakte berekenen

Slide 10 - Quiz

Welke knop op je rekenmachine heb je nodig voor het BEREKENEN VAN EEN HOEK (als je de tangens weet)?
A
x2
B
tan
C
tan1
D
log

Slide 11 - Quiz


De stelling van Pythagoras voor deze driehoek is:
A
AB² + AC² = BC²
B
BC² + AC² = AB²
C
AB² + BC² = AC²
D
Geen idee

Slide 12 - Quiz