SCHRIJVEN & FORMULEREN 5 / schrijven van een zakelijke brief

Schrijven & Formuleren 5

Zakelijke brief
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schrijven & Formuleren 5

Zakelijke brief

Slide 1 - Slide

Vooraf:

  • Elke presentatie in Lessonup hoort bij een stukje lesstof uit NU Nederlands. 
  • Op de laatste slide van de presentatie vind je de bijbehorende opdrachten uit Nu Nederlands. 
  • Die opdrachten maak je in de digitale leeromgeving van Nu Nederlands.

Slide 2 - Slide

Deze Lessonup hoort bij:

Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.3

Slide 3 - Slide

Terugblik / vooruitblik
Vorige Lessonup:
  • schrijven van een zakelijke e-mail

In deze Lessonup leer je:
  • schrijven van een zakelijke brief
  • wat zijn de verschillen?

Slide 4 - Slide

Verschil met zakelijke e-mail
Verschil met zakelijke e-mail
Indeling is precies hetzelfde
Zakelijke e-mail versus zakelijke brief

Slide 5 - Slide

Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef

Slide 6 - Drag question

Tips voordat je gaat schrijven....
Ga eens rustig zitten en denk goed na over hetgeen je wil bereiken met je brief.


  • Wat wil je zeggen/vragen?
  • Aan wie richt je je brief?
  • Wat wil je bereiken met je brief?
  • Wat verwacht je als reactie op je brief?

Slide 7 - Slide

Opbouw: het begin
Afzender (degene die de brief schrijft)
Plaats/datum
Geadresseerde (aan wie schrijf je de brief?)
onderwerp

Slide 8 - Slide

Opbouw: de brief zelf
Aanhef
Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 9 - Slide

Opbouw: afsluiting
Afsluiting
Ondertekening
Bijlage(n)

Slide 10 - Slide

Zakelijke brief: nog even alle aandachtspunten op een rijtje!

Slide 11 - Slide

Wat is het eerste onderdeel van een zakelijke brief?
A
Betreft (onderwerp)
B
Slot
C
Afzender
D
Aanhef

Slide 12 - Quiz

Moet je een zakelijke brief ondertekenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu het verschil tussen een zakelijke e-mail en een zakelijke brief?
  • Je weet nu hoe een zakelijke brief ingedeeld is?

Slide 14 - Slide

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.3
Examenopdracht maken




Slide 15 - Slide