What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kapitel 1 24-11-2022
Wilkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wilkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
Slide 1 - Slide
der Unterrichtsplan
- Rückblick "uitspraak ch, chs en ig" /duzen und Siezen
Lektion 2 Aufg. 1,3, 5 und 8 kontrollieren
- uitleg werkwoorden met een vaste naamval
- Lektion 2; Aufg. 9,10 und 11 machen
- Evaluation
Slide 2 - Slide
die Lernziele
- je kunt de ch, chs en ig juist uitspreken
- je kunt zeggen of je iemand met du of Sie aan moet spreken.
- je weet welke werkwoorden de 1e, 3e en 4e naamval hebben
Slide 3 - Slide
Rückblick
Aussprache:
der Fu
chs
la
ch
en
su
ch
en
lei
ch
t
Kön
ig
Slide 4 - Slide
Was ist das?
duzen
Siezen
Slide 5 - Slide
Wat zeg je tegen je oma?
A
du
B
Sie
Slide 6 - Quiz
Wat zeg je tegen je leraar?
A
du
B
Sie
Slide 7 - Quiz
Wat zeg je tegen een klant .
A
du
B
Sie
Slide 8 - Quiz
Hausaufgaben:
Lektion 2 Aufg. 1,3, 5 und 8
kontrollieren
Slide 9 - Slide
Naamvallen en werkwoorden met een vaste naamval
Slide 10 - Slide
Grammatik C: Werkwoorden
met een vaste naamval
Als je de volgende werkwoorden in de zin gebruikt of ziet staan, krijg je twee keer een 1ste naamval.
sein, werden, bleiben
Voorbeeld:
Sie
sind
der Lehrer
von meinem Bruder.
Slide 11 - Slide
Grammatik C: Werkwoorden
met een 3e naamval
Slide 12 - Slide
Grammatik C: Werkwoorden
met een 4e naamval
Slide 13 - Slide
De werkwoorden sein, bleiben, werden horen bij de .....
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
geen naamval
Slide 14 - Quiz
De werkwoorden bitten, fragen en es gibt horen bij de ....
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
geen naamval
Slide 15 - Quiz
Voor welke naamval zorgen deze werkwoorden: gefallen, gehören, gelingen, glauben, gratulieren
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quiz
Jetzt du:
1) Ich frage d_______ Mann den Weg.
2) Ich gratuliere mein_______ Freundin.
3) Mein Mann ist ein______________ Arzt.
4) Die Torte schmeckt dies_____ Kind nicht.
Slide 17 - Slide
Macht jetzt: Aufg. 9 bis einschl. 11
Slide 18 - Slide
Hausaufgaben:
Lektion 2 Aufg. 9 bis einschl. 11 machen
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Kapitel 3 4-4-2023
April 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
uitspraak ch chs en ig
May 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Kapitel 6 uitspraak v, f etc.
May 2024
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kapitel 2 27-1-2022
January 2022
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Kapitel 6 12-5-2022
May 2022
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Kapitel 6 11-5-2022
May 2023
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Kapitel 1 1-12-2022 persoonlijk voornaamwoord 1e 3e en 4e naamval
November 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kapitel 3 zinsontleding
May 2024
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1