nieuwsbegrip politiek

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2e kamer verkiezingen
1 Wat weet je al?
2 vragen beantwoorden bij journaal van nieuwsbegrip.

Slide 2 - Slide

Welke Nederlandse politici ken je?
Weet je ook bij welke partij ze horen
en wat hun functie is?

Slide 3 - Mind map

Welke Nederlandse
politieke partijen ken je?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Weet je wat het verschil is tussen het kabinet en de 2e kamer?

Slide 6 - Open question

Noem 1 onderwerp waar ze in de Nederlandse politiek mee bezig zijn. Als het onderwerp al genoemd is, probeer dan een ander onderwerp te bedenken.

Slide 7 - Open question

Wat vind jij een belangrijk politiek onderwerp?

Slide 8 - Open question

Vraag 1 bij Nieuwsbegrip jeugdjournaal.
Op welke manier maken politieke partijen 'reclame' voor hun partij?

Slide 9 - Open question


Ongeveer 13.000.000 mensen mogen hun stem uitbrengen. Welke mensen zijn dit?

Slide 10 - Open question

Reken uit hoeveel mensen ongeveer in werkelijkheid gaan stemmen.

Slide 11 - Open question

Welke 2 records zijn er deze verkiezingen?
A
Het aantal 2e kamerleden en het aantal partijen.
B
Het aantal vrouwelijke lijsttrekkers en het aantal partijen.
C
Het aantal vrouwelijke lijsttrekkers en het aantal 2e kamerleden
D
Het aantal vrouwelijke lijsttrekkers en het aantal ministers.

Slide 12 - Quiz

Khadija Arib is voorzitter van de 2e kamer. Leg uit wat ze in haar functie moet doen.

Slide 13 - Open question

een zetel =

Slide 14 - Open question

Hoeveel zetels zijn er in de 2e kamer? Met hoeveel zetels heb je een meerderheid?

Slide 15 - Open question

Hoe kunnen kleine partijen een meerderheid vormen?

Slide 16 - Open question

Welke partij noemt in dit filmpje volgens jou het belangrijkste onderwerp voor kinderen en kun je ook vertellen waarom je dat vindt?

Slide 17 - Open question

woorden B


namens uit naam van      bij voorkeur het liefst
het standpunt                  de mening
campagne voeren         actie ondernemen om iets onder de aandacht te brengen
divers                          verschillend
het affiche        de poster, het aanplakbiljet

Slide 18 - Slide

woorden vervolg
iemand voor zich winnen       iemand aan zijn kant krijgen (zodat hij het met hem eens is)
de peiling       de meting
vertegenwoordigen     in plaats van iemand aanwezig zijn of een beslissing nemen
definitief           iets wat niet meer verandert

Slide 19 - Slide