Les 6: 16 maart 2022 (2 HV)

  1. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  2. Pak je spullen: mini-bordje, boek, laptop + oortjes/ koptelefoon

  3. Telefoon in de telefoontas en luister naar de docent
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  1. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  2. Pak je spullen: mini-bordje, boek, laptop + oortjes/ koptelefoon

  3. Telefoon in de telefoontas en luister naar de docent

Slide 1 - Slide

Le programme
 Les devoirs - huiswerk
 Werkwoordenschema invullen. Boek B meenemen!!!
  • Passé composé (voorkennis activeren en oefenen)
  • Le pont (H4) op pg. 138, ex. 4, 5; pg. 144-145, ex. 10 a-b & 11 a-b 

Slide 2 - Slide

Passé Composé

Slide 3 - Slide

Passé composé
Leerdoel: ik kan een werkwoord vervoegen in de passé composé 

Slide 4 - Slide

Passé composé 
J'ai mangé une banane.

Ik heb een banaan gegeten.


Hoe vorm je de passé composé?
De passé composé bestaat uit 2 delen

1. vorm w.w. avoir (hebben)
2. voltooid deeltwoord (er-é)

Slide 5 - Slide

Verschil présent - passé composé
Présent
Passé composé
Ik werk
Ik heb gewerkt
Je travaille
J'ai travaillé
Wij kopen
Wij hebben gekocht
Nous achetons
Nous avons acheté

Slide 6 - Slide

Passé composé maken
De passé composé maak je door :
een vorm van "avoir" (hebben)
(in de tegenwoordige tijd)

+
voltooid deelwoord 

Slide 7 - Slide

Passé composé
(ik heb gesproken)
AVOIR
j'ai 
tu as
il, elle, on a
nous avons
vous avez
ils, elles ont
VOLTOOID 
DEELWOORD
Werkwoorden
op -er 
parler = parlé
onregelmatig
avoir = eu
être = été
faire = fait
pouvoir = pu
vouloir = voulu

Slide 8 - Slide

Passé-composé

Slide 9 - Slide

Passé composé
Werkwoord
(onregelmatig)
avoir
être
faire
pouvoir
vouloir
Hulpwerk-woord 
avoir
avoir
avoir
avoir
avoir
Voltooid deelwoordeu
été
fait
pu
voulu

Slide 10 - Slide

Passé composé: exercices
Instructies voor de oefeningen:
-Pak je mini-bordje
 -Schrijf er je antwoord op
-Laat zien je antwoord

Slide 11 - Slide

Passé composé: exercices
Vervoegen het werkwoord tussen haakjes au PC.
  1. On (passer) _____ _________ de bonnes vacances.
  2. Vous (être) _____ ______ à l'hôtel?                                 
  3. Tu (avoir) _____ ______ un livre comme cadeau.     
  4. Liz et Luc (aimer) ______ ______ la ville.                      
  5. Hier, nous (faire) ______ _______ du sport.                
  6. Paul (pouvoir) ______ __________ acheter ce pull.  

Slide 12 - Slide

Le pont (H4): exercices
Maak opdrachten op pg. 138, ex. 4, 5; pg. 144-145, ex. 10 a-b & 11 a-b

Slide 13 - Slide

Noteer 
Maandag 21 maart 2022
Leren: 
(af)Maken: Werkwoordenschema invullen
Let op: Alleen boek B meenemen.






Slide 14 - Slide

Nu kan ik een werkwoord in de passé composé vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Merci pour ton travail et ton attention.

Slide 16 - Slide

Tenslotte
  • Pak je tas in en 
  • Blijf zitten tot de bel gaat
Dan:

  • Stoel aanschuiven

  • Rustig naar de volgende les

Slide 17 - Slide