Leesvaardigheid - tekstfuncties

Tekstfuncties
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tekstfuncties

Slide 1 - Slide

De belangrijkste tekstfuncties
Aanleiding                       Nuancering 
Anekdote                         Kanttekening
Argument                         Oorzaak
Conclusie                         Opsomming
Constatering                  Probleemstelling
Definitie                            Samenvatting 
Gevolg                                Stelling 
 Illustratie                         Uitwerking     

Slide 2 - Slide

Tekst lezen 
Leerling vindt school saai, maar presteert goed

Na elke alinea een vraag over de functie

Slide 3 - Slide

(1) De Oeso1) maakt elk jaar een vergelijking
van verschillende onderwijsstelsels, maar voor het eerst sinds zestien jaar is er nauwkeurig ingezoomd op de eigenaardigheden van het Nederlandse onderwijs. Minister Bussemaker, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, had speciaal gevraagd om het rapport. De blik van een buitenstaander kan ertoe bijdragen het Nederlandse onderwijssysteem, waar altijd discussie over 
is, vooruit te helpen.
(1) De Oeso maakt elk jaar een vergelijking
 van verschillende onderwijsstelsels, maar voor het eerst sinds zestien jaar is er nauwkeurig ingezoomd op de eigenaardigheden van het Nederlandse onderwijs. Minister Bussemaker, van Onderwijs, Cultuur 
en Wetenschap, had speciaal gevraagd
 om het rapport. De blik van een buitenstaander kan ertoe bijdragen het Nederlandse onderwijssysteem,
 waar altijd discussie over is, vooruit te helpen.

Slide 4 - Slide

Wat is de functie van alinea 1?
A
Anekdote
B
Aanleiding
C
Geschiedenis
D
Voorbeeld

Slide 5 - Quiz

(2) Zelf snappen ze het eigenlijk ook
 niet zo goed, erkende de Oeso. Nederlandse leerlingen zijn bijzonder ongemotiveerd en ongedisciplineerd,
 
en toch scoren ze goed in vergelijking met andere leerlingen in Europa. De Nederlandse Onderwijsinspectie
wees al eerder op de lage motivatie van scholieren in Nederland. Het is een fenomeen dat slecht wordt begrepen.
 
In andere landen zeggen leerlingen dat ze dol zijn op school, hier vinden ze het allemaal maar
 saai. En toch behoort het Nederlandse onderwijs-stelsel tot de beste van de wereld.

Slide 6 - Slide

Wat is de functie van alinea 2?
A
Constatering
B
Definitie
C
Gevolg
D
Oorzaak

Slide 7 - Quiz

(3) De Oeso is verder verbaasd dat
de uitzonderlijk vroege selectie van leerlingen niet zo slecht uitpakt als 
de onderzoekers verwachtten. Kinderen
 moeten vroeg kiezen voor een schoolniveau en toch slaagt Nederland erin iedereen mee te krijgen.
 Kansarme kinderen behalen hier makkelijker een diploma dan elders. 
Ook immigrantenkinderen zijn hier
over het algemeen beter af dan in andere Oeso-landen.

Slide 8 - Slide

Wat is de functie binnen alinea 3?
A
Argument
B
Nuancering
C
Opsomming
D
Uitwerking

Slide 9 - Quiz

(4) Dat komt doordat Nederland veel
 aandacht besteedt aan het meekrijgen van kinderen die achterstanden hebben of die moeite hebben met 
leren. Dat gaat soms wel ten koste
 van de aandacht voor kinderen die meer aankunnen. Dat brengt met 
zich mee dat Nederlandse universiteiten het nooit zullen winnen van de topuniversiteiten van deze wereld en dat Chinese kinderen beter kunnen rekenen.

Slide 10 - Slide

Wat is de functie van alinea 4?
A
Argument
B
Conclusie
C
Definitie
D
Oorzaak

Slide 11 - Quiz

(5) Complimenten of niet, de Oeso
legt de vinger wel op een aantal zere plekken: het was bijvoorbeeld geen 
goed idee om leraren meer invloed te
 geven op het schooladvies van hun leerlingen en de eindtoets minder belangrijk te maken. De achterliggende 
gedachte is misschien best
sympathiek, maar Nederland zou alle kinderen toch weer moeten onderwerpen aan een landelijke test om te bepalen welk niveau bij ze past.

Slide 12 - Slide

Wat is de functie van alinea 5?
A
Aanbeveling
B
Gevolg
C
Stelling
D
Vraagstelling

Slide 13 - Quiz

(6) Die aanbeveling staat lijnrecht
tegenover de hervormingen van afgelopen jaar. De eindtoets in het 
basisonderwijs is juist minder belangrijk dan het oordeel van de leraar. De eerste praktijkervaringen wezen al uit dat die maatregel de ongelijkheid 
tussen leerlingen vergroot, de Oeso
sluit zich nu aan bij die kritiek. 

Slide 14 - Slide

Wat is de functie van alinea 6?
A
Aanbeveling
B
Illustratie
C
Kanttekening
D
Tegenstelling

Slide 15 - Quiz

(7) Ook op het niveau van leerkrachten
heeft de Oeso wat aan te merken. Dat niveau moet hoger, klinkt het al jaren. Maar zodra de eisen voor aankomende leraren strenger worden, ontstaat er een paar jaar later een docententekort. De afgelopen jaren is al flink ingezet op strengere selectie van aankomende docenten. Toen de eisen voor de
p
abo strenger werden, leidde dat 
onmiddellijk tot een lagere studenteninstroom.
Dat is nu ook weer niet de
 
bedoeling.

Slide 16 - Slide

Wat is de functie van alinea 7?
A
Constatering
B
Opsomming
C
Samenvatting
D
Voorbeeld

Slide 17 - Quiz

(8) Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs zeiden gisteren in een eerste reactie 
dat ze met een aantal aanbevelingen
wat moeite hebben. Met name die over de eindtoets zit ze niet lekker. “Die staat op gespannen voet met de 
waarde die wij hechten aan het
 professionele oordeel van de leerkracht.”

Slide 18 - Slide

Wat is de functie van alinea 8?
A
Argument
B
Conclusie
C
Nuancering
D
Standpunt

Slide 19 - Quiz