This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
herhaling 3.1 en 3.2 3TL ns2
Slide 1 - Slide
Noem zoveel mogelijk voorbeelden waarbij je gebruik maakt van filtreren?
Slide 2 - Open question
Waarom is een blokschema handig?
A
om de verschillen tussen 2 processen goed te kunnen zien
B
om te kijken welke scheidingsmethode je gebruikt
C
om te kijken wat duurzaam is en wat niet
D
om het oorspronkelijke proces te weergeven
Slide 3 - Quiz
Welke scheidingsmethode(n) is hier van toepassing?
Slide 4 - Open question
1. De pijl in een blokschema geeft de ___________ aan.
2. In de ___________ staat wat er met het product gebeurt.
3. De ___________ schrijf je op als een werkwoord.
4. Je leest een blokschema van ___________ naar ___________ .
5. Aan de richting van de ___________ zie je of een stof wordt toegevoegd of afgevoerd.
bewerking
links
stofstroom
blokken
onder
fasen
rechts
pijl
stoffen
Slide 5 - Drag question
Op welk verschil is extraheren berust?
Slide 6 - Open question
Bij het zuiveren van drinkwater wordt het water belucht. Wat verwijder je door het water te beluchten?
A
calcium-ionen
B
ijzer
C
ijzer-ionen
D
magnesium-ionen
Slide 7 - Quiz
Wat is recyclen?
A
Het verbranden van een product
B
Het hergebruiken van een bestaand product
C
Het verwerken tot een nieuw product
Slide 8 - Quiz
Wat geven de blokken in een productieproces aan
A
beginstoffen
B
processen
C
stofstromen
D
reactieproducten
Slide 9 - Quiz
Waarom zouden we oppervlakte water zuiveren in plaats van grondwater
A
Dichtbij de zee is het grondwater zout
B
Omdat de techniek goedkoper is
C
Omdat het sneller kan dan grondwater zuiveren
D
Omdat het grondwater opraakt
Slide 10 - Quiz
Wat geven de pijlen aan in een productieproces?
A
beginstoffen
B
processen
C
stofstromen
D
reactieproducten
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je datgene dat na het filtreren in het filter achterblijft?
Slide 12 - Open question
Wat volgt er altijd op adsorberen?
A
Filtreren
B
Extraheren
C
Absorberen
D
Centrifugeren
Slide 13 - Quiz
Recycling is
A
Een cola flesje weer met water vullen en hergebruiken
B
Je onderbroek twee dagen dragen
C
Afval gebruiken om nieuw materiaal van te maken
D
Produceren voor het milieu
Slide 14 - Quiz
De lucht in sommige grote steden is erg verontreinigd. In de lucht zitten giftige gassen en vaste deeltjes, afkomstig van de uitlaatgassen van auto’s en scooters. In figuur 2 zie je een man joggen met een gasmasker op. In een gasmasker zitten filters en actieve kool. Wat is de functie van de actieve kool?
Slide 15 - Open question
Niet vernieuwbare grondstoffen:
A
worden opnieuw in de natuur gevormd
B
worden niet opnieuw in de natuur gevormd
C
veroorzaken het natuurlijke broeikaseffect
D
veroorzaken het versterkte broeikaseffect
Slide 16 - Quiz
Waarom is aardolie geen hernieuwbare grondstof?
Slide 17 - Open question
Wat is geen vorm van recycling?
A
het inzamelen van lege blikjes
B
hergebruik van afvalstoffen
C
het toevoegen van schroot aan ruwijzer
D
mening van metalen voor het vormen van een legering
Slide 18 - Quiz
Welk adsorptiemiddel werkt beter als filter? Poeders actieve kool of Korrels actieve kool
A
Poeder
B
Korrel
C
Werkt allebei even goed
Slide 19 - Quiz
Hoe noem je een productiemethode die de natuurlijke grondstoffen niet uitput?
A
niet-uitputtende productie
B
groene productie
C
milieuvriendelijke productie
D
duurzame productie
Slide 20 - Quiz
Wat is de functie van beluchten?
A
Dan smaakt het water beter
B
Om de bacteriën toe te voegen
C
Om bacteriën te doden
D
Om zuurstof toe te voegen voor bacteriën
Slide 21 - Quiz
Met welke zuiveringsmethode haal je stukjes plastic uit water?