1-220210

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik
Vorige les
Oefening 1 t/m 4 (antwoorden Magister)

Slide 2 - Slide

Doel
  • Ik kan op de juiste wijze verkleinwoorden maken van zelfstandig naamwoorden. 

Slide 3 - Slide

  • De consonant voor -etje verdubbelt: kannetje, bonnetje.
  • Woorden die eindigen op -i krijgen -ie: taxi - taxietje
  • Korte klanken worden soms lang: blad - blaadje
  • Verdubbeling vocaal bij woorden die eindigen op a, é, o en u: pyjamaatje, parapluutje, cafeetje, radiootje

Slide 4 - Slide

Diminutief
Diminutieven eindigen op -je, -tje, -etje of -pje. Deze schrijf je aan het woord vast.

mens - mensje
touw - touwtje
kan - kannetje
probleem - probleempje

Slide 5 - Slide

  • Diminutieven bij afkortingen of woorden die eindigen op een -y of cijfer: 'tje (baby'tje, 6'je, A4'tje, wc'tje)
  • Eindigt het woord op -ng, dan wordt dat vaak -nkje (g weg).
  • Maar niet altijd: leerling - leerlingetje, tang - tangetje.
  • Vreemde gevallen: lade - laadje, karbonade - karbonaadje.

Slide 6 - Slide

Diminutieven
Na de val van het Romeinse Rijk begonnen de middeleeuwen. Ze noemde deze periode de middeleeuwen, omdat het de periode was van 1000 jaren tussen het Romeinse Rijk en de Renaissance in. In de Renaissance waren veel mensen namelijk erg onder de indruk van de tijd van Grieken en Romeinen. Alles wat tussen hun eigen tijd en de tijd van Grieken en
Romeinen zat vonden ze helemaal niet belangrijk; dat noemden ze de middeleeuwen. Mensen zagen de middeleeuwen als een tijd vol vechtjassen, uitbundige feesten en toernooien op de kastelen, een tijd van beulen die handen afhakten en heksen verbrandden. 

Slide 7 - Slide

Maken
Oefening 5 & 6 (verkleinwoorden)

Slide 8 - Slide

Doel behaald?
  • Ik kan op de juiste wijze verkleinwoorden maken van zelfstandig naamwoorden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video