2.5 Woorden les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2.5 Woorden les 2

Lesdoelen

- Je kent nieuwe woorden met betrekking tot het recht. 

- Je weet hoe je een woordenboek handig gebruikt.

- Je weet wat voor -en achtervoegsels zijn.

Woord van de week

Stuitend

Start les. 

Stillezen 

In tweede boek voor boekopdracht 2

Daarna uitleg boekopdracht 2

Noem eens een nieuw geleerd woord omtrent het rechtsysteem

Huiswerk

Vragen en controle

opdracht

1 t/m 6

Voor- en achtervoegsels

Stukjes woorden die je voor of achter een woord kunt plakken. Ze hebben een betekenis en veranderen daarmee de betekenis van het hele woord. Voorvoegsels en achtervoegsels kom je niet als losse woorden tegen.

onverdacht

straffeloos

taakstraf?

Voorbeelden

1. her-
   
2. ex-
   
3. inter-
   
4. mis-
   
   
5. -vaardig
6. -ig
7. -zaam
8. -wekkend

Onbekende woorden begrijpen

1. Kijk of je een voor- of achtervoegsel ziet
2. Ken je de betekenis?
3. Zoek dan het belangrijkste deel van het woord.

diskwalificeren

dis=niet

kwalificeren > kwaliteit dus: niet meer goed genoeg vinden 

Woordenboek handig gebruiken

Mocht je de betekenis niet op een andere manier kunnen achterhalen, dan vindt je de betekenis van woorden in het woordenboek. 

Op welke volgorde staan ze?

• Werkwoorden zoek je op bij het hele werkwoord.

• Bijvoeglijke naamwoorden zoek je op bij de kortste vorm.

• Spreekwoorden en uitdrukkingen zoek je op bij het belangrijkste woord.

Woordenboek handig gebruiken

In een woordenboek staan bij een woord vaak meerdere betekenissen. Kijk altijd welke van die betekenissen past in jouw zin. Dat hoeft niet de eerste betekenis te zijn.

Huiswerk

Opdracht 2.5

1 1ab, 12a, 14a en 15abc

Lesdoelen

- Je kent nieuwe woorden met betrekking tot het recht. 

- Je weet hoe je een woordenboek handig gebruikt.

- Je weet wat voor -en achtervoegsels zijn.