§8.3 - Je bloed vervoert

§8.3 - Je bloed vervoert
Je leert welke orgaanstelsels je hebt en hoe je spieren aan energie komen.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§8.3 - Je bloed vervoert
Je leert welke orgaanstelsels je hebt en hoe je spieren aan energie komen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Leerdoelen

  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Afsluiting
  • Tijd over? Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken opnoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe stoffen vanuit je bloed bij je cellen komen.
  • Je kunt uitleggen hoe het bloed door je lichaam stroomt.
  • Je kunt de bouw van het hart en de weg van het bloed door het hart beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe je hart klopt.
  • Je kunt benoemen door welke bloedvaten het bloed door je lichaam stroomt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling van het bloed
Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen. Bloed vervoert zuurstof en voedingstoffen naar de cellen van je lichaam.

(Het vervoert ook afvalstoffen)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling van het bloed
  1. plasma-eiwitten 7%
  2. water 91 %
  3. opgeloste stoffen 2 %
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling van het bloed
  1. plasma-eiwitten 7%
  2. water 91 %
  3. opgeloste stoffen 2 %
  4. bloedplaatjes
  5. witte bloedcellen
  6. rode bloedcellen
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Rode bloedcellen
Bevatten hemoglobine dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden. De functie van de rode bloedcellen: transport van zuurstof en koolstofdioxide 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hemoglobine
  • In rode bloedcellen zit ijzer.
  • IJzer geeft rode bloedcellen hun kleur.
  • Door ijzerkunnen rode bloedcellen makkelijk zuurstof opnemen en afgeven.
  • Tekort aan ijzer zorgt voor bloedarmoede.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

bloedplasma
bloedplaatjes
witte bloedcellen
rode bloedcellen

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

slagader en ader
haarvat

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke onderdelen van
het hart ken je?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

ALLES WAT BLAUW = ZUURSTOFARM

Het bloed komt net terug van een hele reis door het lichaam en heeft zuurstof opgegeven aan de lichaamscellen(zuurstofarm). Hij gaat nu naar de longen om weer zuurstof op te halen.
ALLES WAT ROOD = ZUURSTOFRIJK

Het bloed komt net terug van een reisje naar de longen, daar heeft  hij zuurstof opgenomen (en koolstofdioxide uitgegeven) van de longen. Dit gebeurde in de kleine bloedsomloop.

Slide 15 - Slide

Uitleg aan de hand van de afbeeldingen op blz. 51 tekstboek.
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De juiste volgorde van de hartslag is:
A
boezems-hartpauze-kamers
B
kamers-hartpauze-boezems
C
boezems-kamers-hartpauze
D
kamers-boezems-hartpauze

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel delen bestaat het hart?
A
2
B
3
C
4
D
per persoon verschillend

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

4. Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Longader
Aorta
Holle ader
Long slagader

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

0

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Aan de slag
Leren: begrippen van 8.2 en 8.3
Maken opdrachten 8.3: Verplicht: 5, 6, 7, 10, 11 en 12 & zelf samenvatten (& test jezelf)
                                  8.4: Verplicht 3 t/m 10 (zonder uitleg)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions