Begrijpend lezen (nieuw) blok 3 les 4

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5

Begrijpend lezen

Leesboek bladzijde 34 & 35

Doel van de les

Ik kan een let-op! woord vinden in de tekst. 

oorzaak                     gevolg

Het regent en                             -                        daarom word ik nat.
Ik heb een glas laten vallen  -    ,waardoor er scherven liggen.
Ik heb een lekke band                -  ,daarom ben ik te laat op school.

Welk let-op! woord geeft aan waarom iets gebeurt?

Oma is pas uit het ziekenhuis, daarom haalt mama haar op met de auto.

Welk let-op! woord geeft een oorzaak aan?

Omdat de speeltuin helemaal wordt opgeknapt, is hij een tijdje gesloten.

Welk let-op! woord geeft een oorzaak aan?

In heb een glas laten vallen, waardoor de hele vloer vol met scherven ligt.

Samen lezen

Bladzijde 34 & 35

Je gedraagt je netjes, je houdt rekening met anderen.

Wachten, omdat je nog niet weet wat je moet doen. 

Als je een lot hebt gekocht met het goede nummer erop, win je een prijs. 

Een bak om afval in te doen.

Met moeite iets dragen.

De loterij

Beleefd

Sjouwen

Aarzelen

Container

Welke zin vertelt je meer over wat sjouwen (regel 32) is?
Klik op het goede antwoord.

1. Beneden gooien ze alles in een container.
2. Geen dank hoor, jullie nog bedankt.
3. Het was een heel werk, tjonge wat was dat een werk.
4. Ach nee, pak er ieder maar twee.

Saskia en Lodewijk pakken twee dropjes. Marloes aarzelt. Daarna zegt de buurvrouw tegen Marloes dat ze de dropjes heeft verdient.
Wat betekent: Marloes aarzelt?

1. Marloes pakt de dropjes.
2. Marloes wacht even, ze weet niet wat ze moet doen.
3. Buurvrouw stopt de drop in de handen van Marloes.
4. De anderen pakken de drop van Marloes.

Als je in Nederland ziek bent, kun je meteen naar de dokter. In arme landen is dat heel anders. Wat weet je nu je deze tekst hebt gelezen?

1. In arme landen zijn geen dokters.
2. In arme landen word je vanzelf beter.
3. In arme landen is er maar één dokter voor vijf dorpen.
4. In arme landen is de dokter zelf ook ziek.

Geen geld maar ....?!
Je hebt de tekst gelezen. Weet je nu wat er op de plaats van de puntjes moet staan?
Maak de zin af: Geen geld maar ...

Wat is het belangrijkste in het stukje: Voor de arme kinderen?

1. De school gaat geld inzamelen voor arme kinderen.
2. Arme kinderen zijn zielig.

Wat is het belangrijkste in het stukje: Geld verdienen?

1. Marloes, Saskia en Lodewijk willen werkjes voor mensen doen.
2. Marloes, Saskia en Lodewijk willen geld verdienen door te werken.

Wat is het belangrijkste in het stukje: Geen geld maar ...?!

1. Ze verdienen geen geld, maar drop.
2. Ze verdienen drop en zijn blij.

De volgende keer lezen we over...

Trap is weggewaaid.