2VG 3.6 Spreken, kijken, luisteren MOLJ

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat leer je?

1. Verhaalanalyse

2. Presenteren

3. Elevator pitch

Leeskluppie

Naast lezen 

bespreken jullie

de leesbegrippen.

Stappenplan presenteren

1. Kies een onderwerp waarover je genoeg kunt vertellen en interessant voor het publiek.

2. Bedenk de kern over wat je wil dat het publiek te weten komt.

3. Verzamel informatie in bronnen en vat deze samen in kernwoorden. 

4. Zet in een spreekplan de inleiding, kern, slot.

5. Bepaal de hulpmiddelen: product, PowerPoint, Prezi

6. Oefenen

Een PowerPoint of Prezi biedt ondersteuning

• Deze bevat niet te veel tekst met de kern van de boodschap en vertel een toelichting of voorbeeld erbij;
• relevante beelden, cijfers, grafieken;
• loopt synchroon met wat de spreker vertelt;
• leesbaar lettertype.

Denkvraag!

Waar moet een presentatie aan voldoen?

Waar moet een digitale presentatie aan voldoen?

Twee fragmenten uit 'Het beste idee van Nederland'

Kijk online in Talent en bespreek opdracht 4 en 5 

uit paragraaf 3.6 Spreken, kijken, luisteren.

Stil Lezen

Stil lezen

Wat is een elevator pitch?

Een 'liftpraatje' waarbij je in één tot twee minuten

kwaliteiten en eigenschappen over jou of een product presenteert.

Waarvoor gebruik je een elevatorpitch?

Met een pitch 'verkoop' je een prestatie, dienst, product  of bedrijf.

Dit gebruik je in het dagelijks leven, zoals bij sollicitaties ('Vertel eens iets over jezelf.') , presentaties en in onderhandeling.

Wat komt in een elevatorpitch?

1. Het product of de dienst die je aanbiedt.
2. Wat heeft de koper of luisteraar hieraan?
3. Wat is het bijzondere aan dit product of dienst?

Maak duo's

Samen aan de slag!

• Paragraaf 3.6 Spreken, kijken en luisteren
• Maken opdracht 6, 7 en 8

Verdeling Elevator Pitch 2V2

Dinsdag 4 maart:

1. Kick & Pepe

2. Max en Jelte

3.

Donderdag 6 maart:

1. Niene & Neeltje

2. Mila & Julia

3. Jade &  Sofie

Dinsdag 11 maart:

1. Noa, Catalina, Evy

2. Ian, Semm , Tobias

3. Iris, Robin, Roxy

Donderdag 13 maart:

1. Kyano & Zachary

2. Fenne & Eva

3. Anouk & Veerle

Wat?	§3.6 Spreken, kijken, luisteren: 6 t/m 9
Hoe?	Zachtjes overleggen
Hulp?	Boek, klasgenoot, Mol
Leerdoel	Elevatorpitch week 6 en 7
Klaar?	Daltontaak, lezen, fictieproject

Wat weet je nu?

Wat weet je nu?

1. Verhaalanalyse

2. Oefenvragen toets 3.7, 3,8 en 3.9

3. Presenteren

4. Elevator pitch

Oefenvragen toets §3.7 Grammatica zinsdelen

• Onderstreep de pv en verdeel de zinnen met zinsdeelstrepen in zinsdelen. Zet wg (werkwoordelijk gezegde), o (onderwerp), lv (lijdend voorwerp), mv (meewerkend voorwerp) en bwb (bijwoordelijke bepaling) bij de juiste zinsdelen: Gisteren werd ik getrakteerd op een gratis uitje. 

• Zet de zin van de bedrijvende in de lijdende vorm: De bakker bakt donuts.

• Zet de zin van de lijdende in de bedrijvende vorm. De bedrijvende vorm wordt door de leerling uitgelegd.

Oefenvragen toets §3.8 Grammatica woordsoorten

• Noem de koppelwerkwoorden: ZWABBELS ;) 

• Benoem de woordsoorten in de zin: lw, zn, bn, vz, vw, zww, hww, kww: Jongeren in de onderbouw zijn nieuwsgierig.

Oefenvragen toets §3.9 Spelling

• Noteer het voltooid deelwoord of tegenwoordig deelwoord in deze zin: bezorgen, lachen

• Maak van de gegeven woorden een samenstelling: hoog + school, eik + boom