This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Sophia gaat bami maken voor 3 personen. Op het pakje staat dat ze voor 5 personen 500 gram gehakt moet gebruiken. Hoeveel gehakt heeft ze nodig?
Slide 2 - Open question
Een meter dure stof kost 115 euro. Mette koopt er 4 meter van. Hoeveel moet ze betalen?
Slide 3 - Open question
Mare leest een boek met 520 bladzijden. Ze heeft er al 380 gelezen. Hoeveel bladzijden moet ze nog lezen voor het boek uit is?
A
130
B
120
C
140
D
160
Slide 4 - Quiz
Kiki koopt een fiets van 700 euro. Ze betaalt met 2 briefjes van 100 en de rest met allemaal briefjes van 50. Hoeveel briefjes van 50 geeft ze?
Slide 5 - Open question
Bij de supermarkt is een spaaractie om knuffels te sparen. Bij een volle kaart van 200 zegels mag je er 1 uitzoeken. Willem heeft al 22 zegels. Hoeveel zegels moet hij nog sparen voor een volle kaart?
Slide 6 - Open question
Emir heeft 700 pakjes kauwgum om te verkopen op de markt. De eerste dag verkoopt hij er 250 en de volgende dag nog eens 150. Hoeveel heeft hij er nog over om te verkopen?
A
300
B
400
C
200
D
500
Slide 7 - Quiz
Veerle is met haar moeder aan het winkelen. Ze hebben een rokje voor 39 euro, een vest voor 32 euro en een riem voor 27 euro gekocht. Ze betalen met een briefje van 100. Hoeveel krijgen ze terug?
Slide 8 - Open question
Xavi telt het geld dat in zijn spaarpot zit. 3 briefjes van 50, 6 briefjes van 20 en nog 15 euro aan muntgeld. Hoeveel geld heeft hij in zijn spaarpot?
Slide 9 - Open question
abelle heeft 3001 euro op de bank. Philip heeft 2 euro minder. Hoeveel euro heeft hij?
A
2998
B
3099
C
2997
D
2999
Slide 10 - Quiz
Yasmin staat bij de tramhalte. De tram vertrekt om 7 uur. Op de klok staat nu 18:05. Hoeveel minuten moet ze nog wachten?
Slide 11 - Open question
Op 16 november 2014 kijkt Jaylinn op een pak yoghurt of deze nog wel goed is. Op het pak staat: 'houdbaar tot 11-11-2014'. Is het pak over de datum?
A
JA
B
NEE
Slide 12 - Quiz
Lot spaart voor een nieuwe klarinet. Ze heeft al 469 euro gespaard. De klarinet kost 1045 euro. Hoeveel euro moet ze nog sparen?
Slide 13 - Open question
Lize krijgt 5 zakken met 30 knikkers. Ook mag ze nog met 2 anderen een zak met 30 knikkers eerlijk verdelen. Hoeveel knikkers heeft ze bij elkaar?
Slide 14 - Open question
96 cavia's worden eerlijk verdeeld over 8 hokken. Hoeveel cavia's gaan er in ieder hok?
Slide 15 - Open question
Ruben koopt voor oud en nieuw 10 pakken van 50 babypijltjes per pakje en nog een pakje met 25 babypijltjes. Hoeveel babypijltjes heeft hij gekocht?
Slide 16 - Open question
Tristan heeft 580 gram suiker. Hij gebruikt 175 gram voor het maken van zandkoekjes. Hoeveel gram houdt hij over?
Slide 17 - Open question
5 stripalbums kosten in een winkel 1,49 euro. Hoeveel cent kost 1 van die stripalbums ongeveer? Kies uit: 30, 40, 50, 90 of 100 cent.
Slide 18 - Open question
Voor 3 kilo verse witlof betaal je op de markt 1 euro. Hoeveel betaal je dan voor 9 kilo?
Slide 19 - Open question
Lara heeft een truitje te koop gezet op marktplaats voor 6,30 euro. Het blijkt toch wat te duur dus verandert ze de prijs in 4,95. Hoeveel heeft ze van de prijs afgehaald?
Slide 20 - Open question
De moeder van Annabel koopt voor haar verjaardag 4 kadootjes van 9 euro en 3 cadeautjes van 7 euro. Hoeveel moet ze betalen?
Slide 21 - Open question
Van een veter van 2 meter haalt Jussuf 43 centimeter af. Hoeveel centimeter blijft er over?
Slide 22 - Open question
Hugo en Fabian zijn samen aan het darten. Hugo heeft 446 punten gegooid in 10 beurten. Fabian gooide 80 punten minder. Hoeveel punten gooide Fabian?
Slide 23 - Open question
Bij de supermarkt is een spaaractie om doosjes lego te sparen. Bij een volle kaart van 200 zegels mag je er 1 uitzoeken. Willem heeft al 118 zegels. Hoeveel zegels moet hij nog sparen voor een volle kaart?
Slide 24 - Open question
Meester Lenn rijdt iedere dag heen en weer naar school. Dat kost hem iedere dag 6 liter benzine. Hoeveel dagen kan hij naar school rijden met een volle tank van 42 liter?
Slide 25 - Open question
Levi gaat 4 weken op vakantie in Frankrijk. De helft van de tijd gaat hij naar een camping. Hoeveel dagen is hij op de camping?
Slide 26 - Open question
Op een zakje plantenvoeding staat dat je het zakje moet oplossen in 3 liter water. Hoeveel zakjes moet de bloemist gebruiken voor 15 liter water?
Slide 27 - Open question
Lily heeft 4008 euro op de bank. Gijs heeft 9 euro minder. Hoeveel euro heeft hij?
Slide 28 - Open question
Aiden telt het geld dat hij gespaard heeft. 3 briefjes van 50, 5 briefjes van 20 en nog 22 euro aan muntgeld. Hoeveel geld heeft hij in zijn spaarpot?
Slide 29 - Open question
In een park leven 125 damherten, 475 wilde paarden en 450 marters. Hoeveel dieren zijn dat bij elkaar?
Slide 30 - Open question
Het kleine zusje van Hailey weegt 5900 gram. Dat is bijna ..... kilo.