Jij woont in Nederland waar je mag denken en geloven wat je wilt. Dat is ons recht. In andere landen ligt dat soms veel moeilijker. Je kunt weerstand ervaren door je geloof of door je politieke overtuiging.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Weerstand
Jij woont in Nederland waar je mag denken en geloven wat je wilt. Dat is ons recht. In andere landen ligt dat soms veel moeilijker. Je kunt weerstand ervaren door je geloof of door je politieke overtuiging.
Slide 1 - Slide
Navalny
Slide 2 - Slide
Navalny
Rus
Vergiftigd
Vrienden
Duitsland
Terug naar Rusland
Aanhouding
Rusland beschouwt hem en zijn ideeën als gevaarlijk.
Slide 3 - Slide
Heb jij een mening, overtuiging die je belangrijk vindt? Of heb je een geloof waar je helemaal voor gaat?
Slide 4 - Open question
Zou je bij die mening, overtuiging of dat geloof blijven als je daar veel kritiek en weerstand op zou krijgen? Als je er om vervolgd zou worden?
Slide 5 - Open question
Unit 3
New York
Slide 6 - Slide
Planning 18 January t/m 28 January
21 January 1e les: Quizziz,words Unit 3
(geen cijfer op magister, resultaten wel belangrijk!)
21 January 2e les: Extra instruction/practise grammar and expressions
25 January: Quizziz test, Expressions A t/m F
(geen cijfer op magister, resultaten wel belangrijk!)
28 January: Online test, Grammar Unit 3
(geen cijfer op magister, resultaten wel belangrijk!)
Slide 7 - Slide
Today
1st lesson: quizziz
lessonup (21 January)
2nd lesson: finish the lessonup.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Test your grammar knowledge Unit 3
- comparisons
- present continuous
-present continuous vs present simple
Slide 10 - Slide
1. Comparisons
In the next couple of slides, fill in the right form of the adjective
(vergrotende trap / overtreffende trap)
Slide 11 - Slide
The rollercoaster ride was______ (scary) than the ghost house ride
Slide 12 - Open question
Riding a bike is the_____(fast) way to travel through the city
Slide 13 - Open question
The blue flower is _____ (beautiful) than the red one
Slide 14 - Open question
This supermarket was the ____ (good) shop in this street