Module 3B; herhaling + verdieping diabetes

Triage Module 3B - Les 2
Herhaling diabetes en verdieping


2023-2024
V.Holtrust en R.Koops
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Triage Module 3B - Les 2
Herhaling diabetes en verdieping


2023-2024
V.Holtrust en R.Koops

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?

Check voorbereiding - Medilect? Casussen? - zo niet - dit eerst maken op de gang
Terugblik vorige les a.d.h.v. oefenvragen
Verdieping diabetes a.d.h.v. oefenvragen
Casussen oefenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Check voorbereiding
Laat je casus maar zien over Diabetes
+ Medilect




Niet af? Dan nu eerst op de gang gaan maken...


Slide 3 - Slide

met daarbij, voor de DA1A en DA1C de opdracht.
Bij welke waarde spreken we van hypoglykemie?
A
lager dan 7,5 mmol/l
B
lager dan 5 mmol/l
C
lager dan 2 mmol/l
D
lager van 3,5 mmol/l

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke waarde spreken we van hyperglykemie
A
tussen 4 en 12 mmol/l
B
tussen 10 en 15 mmol/l
C
vanaf 12 mmol/l
D
vanaf 15 mmol/l

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Herken de klachten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bij een ontregelde diabetes weet je niet altijd of het een hypo of een hyper is. Waar moet je dan vanuit gaan?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Waarom is het van belang om te weten of de bloedsuiker net gemeten is?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Jannie belt over haar man Gerard. Gerard heeft DM type I. Hij heeft sinds gisteravond wel 4 of 5 keer overgegeven. Welk beleid is juist?
A
Als hij er niet kortademig bij is mag hij het nog even aanzien. Goed de suiker in de gaten blijven houden
B
Hij mag binnen een uur even gezien worden door de arts
C
Hij mag met een U4 urgentie een afspraak maken bij de arts
D
Hij mag binnen 3 uur even beoordeeld worden door de arts

Slide 9 - Quiz

U3 urgentie - braken
Dit is niet aanhoudend braken 
Maar wel te vaak om af te doen met advies

Als hij vaker gaat braken en/of kortademig wordt eerder contact opnemen
In welk van onderstaande gevallen zet je en U1 in? (bij diabetes)
A
Kortademig en glucose >15 mmol/L
B
Aanhoudend braken
C
Braken en kortademig en gebruik insuline
D
Apathisch

Slide 10 - Quiz

C - kortademigheid en braken bij een diabeet die afhankelijk is van insuline is een zeer ernstig toestandsbeeld en kan levensbedreigend zijn (Keto-acidose - aceton adem - lichaam is vet aan het verbranden en verzuurt)




Hoe zou je een verhoogd bloedsuiker kunnen verlagen? Wat kun je adviseren? 

Slide 11 - Slide

Je wilt het suiker gehalte verlagen!

Veel drinken - water (je plast dan overschot aan suiker uit)

Veel bewegen (door inspanning verbruikt je lichaam glucose)

Bij gebruik insuline: extra insuline spuiten
(2-4-6 regel komen we zo op)
Hoe zou je een te laag bloedsuiker gehalte omhoog kunnen krijgen? Wat kun je adviseren? 
(patiënt is nog wel bij bewustzijn)

Slide 12 - Slide

Korte termijn 'snelle suikers' 
Water met suiker drinken of sterke ranja
Snelle druivensuikers (dextrose 6-8 tabletten) 
Daarna -> koolhydraten - boterham met jam

Blijf bij de patiënt en blijf suiker contoleren (na 15-30 minuten) 

Maaike belt, ze heeft pas sinds kort te horen gekregen dat ze DM heeft en is wat onzeker. Ze heeft nu een suiker van 4,3 mmol/L. Ze heeft verder geen klachten. Wat adviseer je haar?

Slide 13 - Open question

Eet of drink iets zoets, zoals druivensuiker, een boterham met jam of vla met limonadesiroop. 
 Zoek of blijf in gezelschap van anderen. Controleer na een halfuur opnieuw de glucosewaarde. 
 Bij verbetering: controleer de glucosewaarde later nog eens. 

Contact opnemen als glucose <3,5 mmol/L komt 
En wat nu als je het niet weet??
Wat doe je als je niet weet of je met een hypo of een hyper te maken hebt en de patiënt heeft wel allerlei klachten, maar is niet in staat te meten? Wat doe je dan? En waarom? 

Slide 14 - Slide

Behandelen als een hypo en dus suiker toedienen...
bleek het een hypo, dan zal de patiënt opknappen.
bleek het toch een hyper, dan zal het extra toegediende suiker niet zo veel uitmaken
Ontregeling DM 
- Bloedsuiker meten
- Toezicht houden

- Hypo? --> ieder half uur prikken
- Hyper? --> iedere 2 uur prikken (2-4-6 regel)
In sommige gevallen is het normaal dat de DM wat ontregeld - bijvoorbeeld bij infecties en/of gebruik Prednison


Slide 15 - Slide

2-4-6 komt in sheet 16 aan bod
2-4-6 regel bij klachten hyper
(nooit zelfstandig adviseren - altijd in overleg met arts of POH/verpleegkundige) 
- Eerst gemaakte plan opvolgen 

Iedere 2 uur meten
> 15 mmol/L - 4 EH spuiten (kortwerkende insuline)
>20 mmol/L - 6 EH spuiten (kortwerkende insuline)



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Levensbedreigend U1
Je ziet in je triagewijzer dat een ontregeling van het bloedsuikergehalte levensbedreigend kan zijn.
Zowel bij een ernstige hypo als een ernstige hyper (bijzonder ziektebeeld - keto-acidose) kan de patiënt komen te overlijden. Het is als DA wel zaak dat je hier goed op kunt inspelen

We nemen de triagecriteria onder U1 even door samen 

Slide 18 - Slide

Let op! in digitale versie na update nog een criterium onder U1 er bij: 'Apathisch en gluc >15 bij insuline afhankelijke diabeet' 

Geef hier korte uitleg over keto-acidose
- Insuline afhankelijke diabeet
Wat gebeurt er? te weinig insuline in bloed aanwezig - hierdoor kan het glucose niet meer worden opgenomen in de cellen als brandstof - het glucose blijft dus in het bloed (hyper glykemie)
De cellen hebben echter wel brandstof nodig .... zij gaan hier nu een andere bron voor aanspreken --> vetverbranding
Hierbij komen ketonen vrij (aceton adem) en verzuurt je bloed - je kunt hierdoor in coma raken
Symptomen: misselijkheid en braken - kortademigheid (Kussmaul) - adem ruikt naar aceton 
Vragen vragen vragen!!!
Bij dit onderwerp is het heel erg van belang dat je een goed toestandsbeeld krijgt: vragen vragen vragen dus!
Welke vragen zijn sowieso van groot belang om altijd te stellen bij DM? 

Slide 19 - Slide

Waarde!!! METEN IS WETEN!! (vraag ook door, wanneer is dit gemeten? nog niet gemeten? waarom niet? kan dat nu alsnog?)

Tabletten of insuline?? Vraag DOOR:
Is dit al ingenomen, wanneer? hoeveel? dit is voor de arts/POH erg belangrijke informatie 
Advies U1 U2 U3 U4
Hypo- of hyperglykemie
Als patiënt niet bewusteloos is en het niet duidelijk is of het een hypo- of een hyperglykemie is: behandelen als een hypo. Laat patiënt iets zoets eten en/of drinken: 6 suikerklontjes / tabletten druivensuiker (dextrose) of 2 eetlepels suiker opgelost in warm water. Daarna 2 boterhammen met zoet beleg. 

Bij een hypoglykemie zal een patiënt hierdoor snel wat opknappen. Is er sprake van hyperglykemie, dan is de invloed van het zoete eten of drinken op de toch al verhoogde glucosewaarde gering.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Advies U1 U2 U3 U4
Hypoglykemie
Een bewusteloze patiënt moet snel glucose toegediend krijgen of een injectie met glucagon. 

Als hij bijkomt, brood, muesli of granen eten om de bloedsuikerspiegel te stabiliseren. Patiënt bij bewustzijn: water met een suikeroplossing drinken. Niet dwingen als hij niet zelf kan drinken. Blijf bij de patiënt en zorg dat de patiënt niet alleen blijft. 
Meet na een halfuur de glucosewaarde opnieuw.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

DUS: Advies U5
Hyperglykemie (> 15 mmol/l zonder klachten)
Drink veel water en beweeg veel; bij inspanning wordt glucose verbruikt. Bepaal na enkele uren de glucosewaarde opnieuw om het effect te meten.

Hyperglykemie (> 15 mmol/l met klachten)
Volg de 2-4-6 regel:
Iedere 2 uur glucose meten en kort/snelwerkend insuline extra spuiten tot <15 mmol/l is bereikt met behulp van de volgende adviezen:
Bij glucose 15-20 mmol/l: 4E kort/snelwerkende insuline extra.
Bij glucose > 20 mmol/l: 6E kort/snelwerkende insuline extra.


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dus: Advies U5
Hypoglykemie (advies aan patiënt zelf)
Eet of drink iets zoets, zoals druivensuiker, een boterham met jam of vla met limonadesiroop. Zoek of blijf in gezelschap van anderen. Controleer na een halfuur opnieuw de glucosewaarde. Bij verbetering: controleer de glucosewaarde later nog eens.

Contactadvies Contact opnemen als glucose lager is dan 3,5 of hoger dan 15 mmol/l.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is het advies bij een U5 patient hyperglykemie zonder klachten?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat is het advies bij een U5 patient hyperglykemie met klachten?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Casussen oefenen
In groepjes

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende les als onderwerpen:
  • Huidklachten en borstontsteking 
Bereid je goed voor door de NHG-Triagewijzer en Thuisarts.nl  door te nemen. 
Kom met gerichte vragen de les in!

Maken: Medilect huidklachten en borstontsteking

Slide 27 - Slide

This item has no instructions