5.4 De Nederlandse Opstand

Vakbelevingstest geschiedenis
  • Ga naar Classroom --> lessen KNC.
  • Open de vakbelevingstest.
  • Vul de test naar waarheid in.
  • Dit is voor mijn masteropleiding, neem dit dus serieus.
  • Klaar? Ruim je Chromebook op en begin met het lezen van 5.4.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vakbelevingstest geschiedenis
  • Ga naar Classroom --> lessen KNC.
  • Open de vakbelevingstest.
  • Vul de test naar waarheid in.
  • Dit is voor mijn masteropleiding, neem dit dus serieus.
  • Klaar? Ruim je Chromebook op en begin met het lezen van 5.4.

Slide 1 - Slide

5.4
De Nederlandse Opstand

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Stof van vorige week herhalen.
Examenvraag nakijken.
Leren hoe en waardoor Nederlanders in opstand kwamen tegen hun vorst.
Leren hoe de opstand een oorlog werd.
Leren hoe de Nederlandse onafhankelijke staat tot stand kwam.

Slide 3 - Slide

Herhaling Reformatie
Welke kritiek was er op de katholieke kerk?
Wie waren de twee belangrijkste hervormers?


Slide 4 - Slide

Luther
Bijbel is de basis van het geloof.
Iedereen moet zelf kunnen geloven.
Macht van de geestelijkheid moet minder worden.
Alleen Jezus en God mogen aanbeden worden.
(Alleen Luther) De vorst moet de religie bepalen en daar moet je naar luisteren.
Calvijn
(Bijna) Alles van Luther
+ God bepaalt van te voren of je in de hemel komt predestinatieleer.
+ Als een koning slecht voor zijn volk zorgt, mag je hem afzetten.

Slide 5 - Slide

Examenvraag nakijken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Karel V (1500-1558)
  • Koning van Spanje, Portugal, Nederland, Italië, ​Heilige Roomse Rijk, Spaanse gebieden in Amerika, Azië en Afrika.
  • Katholieke heerser.
  • 1555: Godsdienstvrede van Augsburg --> Karel V treedt af.
  • Karel V wilde zijn gebieden als één land besturen: staatsvorming.​
  • Met behulp van ambtenaren en een eigen leger i.p.v. leenmannen.​
  • Hij voert wetten in die in zijn hele rijk gelden.​
  • Daarnaast bestuurde hij het land vanaf één plek: centralisatie.​
  • --> Macht van de koning neemt toe.​
  • --> Macht van de adel neemt af.​






Slide 8 - Slide

Filips II
  • Zoon en opvolger van Karel V als koning van Spanje en heer van de Nederlanden.
  •  Regeert vanuit Madrid, Willem van Oranje is stadhouder (plaatsvervanger) in de Nederlanden.
  • Filips II zet centralisatie voort en belasting wordt verhoogd.
  • --> Gewesten raken vrijheden verder kwijt, Nederlanders boos.
  • Filips II vervolgt protestanten gewelddadig.
  • --> Nederlanders boos.
  • Hij stelt zijn zus, Margaretha van Parma, aan als landvoogdes.

Slide 9 - Slide

Margaretha van Parma
  • Burgers, edelen en steden zijn niet blij met het Spaanse bestuur.​
  • 1566: Edelen smeken Margaretha om protestanten minder hard te vervolgen.​
  • Margaretha stemt toe.​
  • --> Protestanten houden kerkdiensten in de open lucht. (hagenpreken)​
  • --> Eén kerkdienst loopt uit de hand: protestanten vernielen katholieke kerken en kloosters. Beeldenstorm.​
  • Willem van Oranje is boos: hij wil godsdienstvrijheid en is dus tegen protestantenvervolgingen en tegen de beeldenstorm.
  • Filips II is woedend en stuurt de hertog van Alva met een leger en treedt hard op: Raad van Beroerten
  • --> Willem van Oranje vlucht naar Duitsland en keert terug met een leger.




Slide 10 - Slide

Kwadrantopdracht
Je gaat gebeurtenissen, begrippen en personen indelen in een kwadrant.
Hierbij kijk je telkens of iets hoort bij religie of politiek en of iets hoort bij Spanje of Nederland.
Na afloop beantwoord je de twee vragen onderaan.

Klaar? Ga alvast aan de slag met de examenopgaven. Je mag je (geprinte) boek erbij houden. Opdracht 1, 2 en 3 kun je al met de informatie tot nu toe maken.

timer
15:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Opstand en oorlog
  • 1568: Slag bij Heiligerlee: begin Tachtigjarige Oorlog.
  • Oorlog tegen Alva, NIET tegen Filips II!!!
  • In 1572 nemen de watergeuzen Den Briel in.
  • Spanjaarden maken gebruik van terreur: ze proberen het Nederlandse volk bang te maken door veel geweld te gebruiken:
  • --> In Haarlem worden na de overgave alle burgers vermoord.​
  • --> In Naarden werd de hele bevolking in de kerk verzameld en daar vermoord. De kerk werd in brand gestoken. Vrouwen die vluchtten werden verkracht.​

Slide 13 - Slide

En onafhankelijke staat
  • Nederlandse noordelijke gewesten (provincies) zijn helemaal klaar met de Spanjaarden.​
  • In 1579 sluiten de noordelijke gewesten de Unie van Utrecht.​
  • Willem van Oranje is de leider en wordt vogelvrij verklaard.​
  • --> Hij wordt in 1585 vermoord.
  • De Unie van Utrecht is woedend en wil Filips II niet langer meer als koning.​
  • 1581 Plakkaat van Verlatinghe.​
  • De noordelijke gewesten erkennen Filips II niet langer meer als koning.​
  • 1588 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.​









Slide 14 - Slide

Examenvragen
Ik zie, ik weet, dus...

Als er letterlijk in de vraag staat:  
'beantwoord zonder bron' --> alléén 'ik weet'...
'beantwoord met bron' --> ik zie, ik weet, dus...

Slide 15 - Slide