H5 thema 1 bs 3

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een enzym?
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal

Slide 2 - Quiz

De optimumtemperatuur van een enzym geeft aan...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
-

Slide 3 - Quiz

Een enzym katalyseert een reactie. Dat betekent:
A
Het enzym versnelt een reactie en blijft zelf intact
B
Het enzym versnelt een reactie en wordt daarbij opgebruikt
C
Het enzym past op een veel verschillende stoffen

Slide 4 - Quiz

Welk enzym heeft de hoogste minimum temperatuur?
A
X
B
Y
C
Z

Slide 5 - Quiz

In de afb. zie je de werking van twee enzymen. Als je onderzoek wilt doen naar de werking van enzymen bij 40 graden, welk van de twee enzymen kan je dan het beste gebruiken?
A
Enzym 1
B
Enzym 2
C
Beide zijn goed
D
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Wat betekent de zin:
'Enzymen werken specifiek'?
A
Elk enzym is slechts werkzaam bij één speciale temperatuur.
B
Elk enzym is slechts werkzaam bij één bepaalde zuurgraad.
C
Elk enzym kan slechts één reactie versnellen.
D
In elke cel kan slechts één enzym werkzaam zijn.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Fotosynthese
Glucose
Koolstof-dioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 12 - Drag question

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 13 - Drag question

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Alleen glucose
B
Glucose en koolstofdioxide
C
Glucose en zuurstof
D
Glucose, water, en koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

Wat is noodzakelijk voor fotosynthese?
A
lucht
B
zuurstof
C
licht
D
glucose

Slide 15 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
A
chloroplasten
B
cytoplasma
C
celkern
D
mitochondrium

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide