H4 Het weer &1 luchtdruk

H4.1 luchtdruk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4.1 luchtdruk

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling H4.1
  • Uitleg paragraaf H4.1
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting/Vragen H4.1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt werking van een metaalbarometer uitleggen.
  2. Je kunt de kenmerken van lagedrukgebieden en hogedrukgebieden benoemen.
  3. Je kunt het verband beschrijven tussen de luchtdruk en de hoogte vanaf de aarde.
  4. Je kunt het verschil beschrijven tussen absolute druk, overdruk en onderdruk.
  5. Je kunt het berekeningen maken met absolute druk, overdruk en onderdruk.

Slide 3 - Slide

Atmosferisch druk
  • Wordt ook luchtdruk genoemd
  • Alle lucht die boven je is.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Luchtdruk
  • in dampkring zit lucht, deze wordt ook door de aarde aangetrokken.
  • daardoor wordt op iedere vierkante centimeter een druk uitgeoefend van 10 N
  • druk van de lucht is dus 10 N/cm2

Slide 6 - Slide

Luchtdruk
  • druk op oppervlakte van 1 m2 is 100.000 N
  • 1 Pa = 1 N/m2
  • Pa staat voor Pascal, eenheid van luchtdruk
  • 100 Pa = 1 hPa
  • hectoPascal (hPa) is de eenheid die gebruikt wordt door meteorologen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

druk / hoogte
moleculen / hoogte

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Luchtdruk
990 hPa = 80% kans op regen
1000 hPa = 70% kans op regen
1010 hPa = 40% kans op regen
1020hPa = 20% kans op regen
1030 hPa = 10% kans op regen
Hoge luchtdruk = goed weer
lage luchtdruk = slecht weer

Slide 11 - Slide

Barometer
  • Laat de plaatselijke luchtdruk zien
  • Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa
  • kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa

Slide 12 - Slide

Werking barometer
  • in metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
  • doosje wordt door luchtdruk ingedrukt
  • hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht

Slide 13 - Slide

Hoe hoger, hoe minder luchtdruk

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Zijaanzicht luchtdruk

Slide 16 - Slide

Manometer
Meet overdruk en onderdruk

Overdruk lucht in een band

Onderdruk lucht in vacuüm 

Absolute druk = buiten + overdruk
Absolute druk = buiten - onderdruk

Slide 17 - Slide

Aan de slag!

Wat: lees je Nova boek blz. 66 t/m 68 en maak opgaven 1 t/m 8 van H 1.5 op blz. 104 t/m 105.
Hoe: helemaal stil!
Hulp: docent
Tijd: 20 minuten lang
Huiswerk: opdrachten 9 t/m 10 van paragraaf H 4.1 op blz. 105 en 106.
Klaar?: ga bezig met H4.2 Temperatuur.
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Hoe kan het dat hoger in de atmosfeer een lagere luchtdruk is?
A
er drukt meer lucht op 1 cm2
B
er drukt minder lucht op 1 cm2

Slide 19 - Quiz

Punten met een gelijke luchtdruk
heten:
A
Isobaren
B
Isothermen
C
Isotopen
D
Isostaren

Slide 20 - Quiz

Bij een hoge druk gebied hebben we
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer

Slide 21 - Quiz

Wind waait van
A
Hoge druk naar lage druk
B
Lage druk naar hoge druk
C
Koud en nat weer
D
Warm en droog

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

lesdoelen gehaald?
je weet nu
  • wat atmosferische druk inhoudt
  • hoe een barometer werkt
  • wat isobaren zijn

Slide 24 - Slide