9.1 De huid

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Huidlagen 1 en 2 bij elkaar
Kiemlaag
Opperhuid
Onderhuids bindweefsel
Lederhuid
Hoornlaag

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Welke stof wordt hier gemaakt?
A
Zweet
B
Talg

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Uit welke lagen bestaat de huid?
A
Opperhuid, Kiemlaag, Hoornlaag
B
Hoornlaag, Kiemlaag, Lederhuid
C
Lederhuid, Onderhuidsbindweefsel, Kiemlaag
D
Opperhuid, Lederhuid, Onderhuids bindweefsel

Slide 11 - Quiz

Hoornlaag
Kiemlaag
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Delende cellen
Vetcellen
Zweetklieren
Dode cellen

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Sleep de omschrijving naar de juiste plaats
Dit zintuig is gevoelig voor druk
Hier ligt vet opgeslagen
Deze klier produceert zweet
Als je het koud hebt trekt deze spier je haartjes overeind
Deze klier produceert talg
Dit zintuig is gevoelig voor lichte aanraaking

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Welke zin over huidkanker is juist?
A
Kankercellen ontstaan in de hoornlaag
B
Kankercellen delen zich in hetzelfde tempo als de gewone huidcellen
C
Kankercellen kunnen zich via het bloed verspreiden

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Video

Op welke manier helpt de kiemlaag mee bij de bescherming tegen de zon?
A
Door straling terug te kaatsen
B
Door straling om te zetten in pigment
C
Door meer pigment te maken

Slide 19 - Quiz

Frank heeft te lang in de zon gezeten en zijn huid is rood geworden. Na een paar dagen zijn er losse 'velletjes' op zijn huid te zien. Tot welk deel van het lichaam behoren de 'velletjes?'
A
De hoornlaag
B
De kiemlaag
C
De lederhuid
D
Onderhuidsbindweefsel

Slide 20 - Quiz

Max heeft een lichte huid, ook heeft hij sproeten. Wat kun je zeggen over zijn opperhuid?
A
Hij heeft weinig pigment
B
Hij heeft een dunne opperhuid
C
Hij verbrandt snel in de zon
D
Zowel A, B als C

Slide 21 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?
9.1 De huid

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Slide