CE2022 Quiz Cultuurstof H 1, 2 en 3

Quiz Cultuurstof H1, 2 en 3
klas 6
CE 2022
Plinius en Martialis
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Quiz Cultuurstof H1, 2 en 3
klas 6
CE 2022
Plinius en Martialis

Slide 1 - Slide

Welk jaar wordt ook wel het vierkeizerjaar genoemd?
A
66 n.C.
B
67 n.C.
C
68 n.C.
D
69 n.C.

Slide 2 - Quiz

Welke generaal werd in het vierkeizerjaar de uiteindelijke keizer?
A
Vespasianus
B
Domitianus
C
Titus
D
Nerva

Slide 3 - Quiz

Welke keizer behoort niet tot de familie van de Flavii?
A
Nero
B
Vespasianus
C
Titus
D
Domitianus

Slide 4 - Quiz

Wie was de eerste keizer uit het Julisch-Claudische huis?
A
Julius Caesar
B
Octavianus
C
Tiberius
D
Claudius

Slide 5 - Quiz

Wie was de aanvoerder van de optimates in de eerste burgeroorlog?
A
Marius
B
Sulla
C
Pompeius
D
Julius Caesar

Slide 6 - Quiz

Welke keizer was van 98 n.C. tot 117 n.C. aan de macht?
A
Domitianus
B
Nerva
C
Trajanus
D
Hadrianus

Slide 7 - Quiz

Welk doel hadden Julius Caesar en Pompeius gemeen?
A
Gallië veroveren
B
De republiek in stand houden
C
De macht van de senaat inperken
D
Octavianus tot keizer benoemen

Slide 8 - Quiz

Uit hoeveel mannen bestond de grote jury (de 'centumviri') die in de rechtspraak was ingesteld?
A
50
B
100
C
500
D
1000

Slide 9 - Quiz

Welke functie hadden de praetoren?
A
advocaten van gerechtshoven
B
rechters tijdens de republiek
C
voorzitters van gerechtshoven
D
adviseurs van de keizer

Slide 10 - Quiz

Welke maatschappelijke standen kwamen in aanmerking om tot rechters benoemd te worden?
A
senatoren en equites
B
senatoren en keizers
C
equites en liberti
D
keizers en liberti

Slide 11 - Quiz

Onder het bewind van welke keizer was het Romeinse Rijk het grootst?
A
Augustus
B
Titus
C
Trajanus
D
Vespasianus

Slide 12 - Quiz

Tot welke stand behoorde Plinius minor?
A
Gentiles
B
Optimates
C
Nobiles
D
Equites

Slide 13 - Quiz

Plinius maior was de ... van Plinius minor.
A
Vader
B
Opa
C
Oom
D
Zoon

Slide 14 - Quiz

Welke functie is NIET door Plinius minor vervuld.
A
Quaestor
B
Augur
C
Pontifex Maximus
D
Consul

Slide 15 - Quiz

Welke functie is NIET door Plinius minor vervuld.
A
Quaestor
B
Augur
C
Pontifex Maximus
D
Consul

Slide 16 - Quiz

De brieven van Plinius zijn in hun oorspronkelijke staat gepubliceerd.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 17 - Quiz

Als hoeveelste boek zijn de briefwisselingen met Trajanus aan de epistulae?
A
8e
B
9e
C
10e
D
11e

Slide 18 - Quiz

Tot welk genus behoren gelegenheidsredevoeringen?
A
genus iudicale
B
genus deliberativum
C
genus demonstrativum
D
epideictische retorica

Slide 19 - Quiz

Met welke woorden verwijst Plinius naar zijn eigen dankredevoering?
A
gratiarum actio
B
oratio
C
precatio
D
res agenda

Slide 20 - Quiz