Bezittelijk voornaamwoord
1 / 16
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wanneer gebruik je een bezittelijk voornaamwoord?
Slide 2 - Mind map
Wanneer gebruik je mon/ ton/ son?
Slide 3 - Mind map
Wat betekent: mon, ma, mes?
Slide 4 - Open question
Geef het Franse woord voor: hun (enkelvoud)
Slide 5 - Open question
Wat moet er op de lege plek?
C'est ... amie, Charlotte
C'est ... amie, Charlotte
A
ma
B
mon
C
mes
Slide 6 - Quiz
Naar welk woord moet je kijken voordat je weet welk bezittelijk voornaamwoord je kunt invullen?
Slide 7 - Open question
Vul in:
Je cherche ... baskets!
Je cherche ... baskets!
A
tes
B
ton
C
ta
D
ma
Slide 8 - Quiz
Vul in:
Elle cherche une clé, c'est ... clé!
Elle cherche une clé, c'est ... clé!
A
son
B
sa
C
ses
D
mon
Slide 9 - Quiz
Wat weet je over de passé composé?
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Slide
Vertaal: Zij hebben hun tante uitgenodigd
A
Il a invité leur tante
B
Elle a invité la tante
C
Ils ont invité leur tante
D
Nous avons invité leur tante
Slide 12 - Quiz
Vertaal: Wij hebben Frans gepraat
Slide 13 - Open question
Wat weet je over de passé composé?
Slide 14 - Mind map
Ik kan het bezittelijk voornaamwoord en de passé composé in het Frans gebruiken
JA
NEE
BIJNA
Slide 15 - Poll
Wat heb je nog nodig als je net 'nee' of 'bijna' ingevuld hebt?
