1-2-21 spelling 6.1.1

Staal blok 6 week 1 les 1
We herhalen het trema bij woorden in het meervoud. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Staal blok 6 week 1 les 1
We herhalen het trema bij woorden in het meervoud. 

Slide 1 - Slide

Tremawoord (cat 33)
Bij woorden met ee, schrijf ik ën erachter. 
Bij woorden met ie, schrijf ik ën erachter. 

Uitzonderingen
bacteriën, koloniën, oliën, poriën, financiën

Slide 2 - Slide

therapie

Slide 3 - Open question

trofee

Slide 4 - Open question

kolonie

Slide 5 - Open question

idee

Slide 6 - Open question

porie

Slide 7 - Open question

slee

Slide 8 - Open question

luister naar het eerste woord

Slide 9 - Mind map

luister naar het tweede woord

Slide 10 - Mind map

luister naar het derde woord

Slide 11 - Mind map

luister naar het vierde woord

Slide 12 - Mind map

In welke tijd staat dit werkwoord?
Wij schuiven allemaal een stukje op.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 13 - Quiz

In welke tijd staat dit werkwoord?
Hij heeft met zijn zaklamp de hond verblind.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 14 - Quiz

In welke tijd staat dit werkwoord?
Mijn broer overhoorde mij voor de toets.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 15 - Quiz

We gaan het dictee maken

Slide 16 - Slide

Luister naar het eerste woord

Slide 17 - Open question

Luister naar het tweede woord

Slide 18 - Open question

Luister naar het derde woord

Slide 19 - Open question

Luister naar de eerste zin.

Slide 20 - Open question

Luister naar de tweede zin.

Slide 21 - Open question

Luister naar de derde zin.

Slide 22 - Open question

Nakijken
  • de sporttoernooien
  • de sportiviteit 
  • officiële
  • Mensen sportten vroeger ook.
  • De eerste Olympische atleten waren naakt, zodat je hun bewegingen goed kom zien.
  • De winnaars kregen geen gouden medaille, maar een krans van olijftakken.
timer
1:00

Slide 23 - Slide

De eerste Olympische atleten waren naakt, zodat je hun bewegingen goed kom zien.
Noem het rangtelwoord

Slide 24 - Open question

De eerste Olympische atleten waren naakt, zodat je hun bewegingen goed kom zien.
Noem de zelfstandig naamwoorden inclusief lidwoord

Slide 25 - Open question

De eerste Olympische atleten waren naakt, zodat je hun bewegingen goed kom zien.
Noem het voegwoord

Slide 26 - Open question

De winnaars kregen geen gouden medaille, maar een krans van olijftakken.
Noem de zelfstandig naamwoorden inclusief de lidwoorden.

Slide 27 - Open question

De winnaars kregen geen gouden medaille, maar een krans van olijftakken.
Noem het voegwoord

Slide 28 - Open question

Aan de slag
Maak blz 20 in je werkboek en werk aan de oefensoftware 

Slide 29 - Slide