2.4 speaking (2-11)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Ga zitten volgens de plattegrond :)

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Bonita
Beraa
Julia	Arwa
Floor	Femke

Nikki
Daisy	Noa
Lois
Lieke	Sedra
	Lydia

	Merel
Seyda	Eline
	Ziba
Anke	Soraya

Today:

1. Homework check

2. Grammar:

Can / can't + should / shouldn't

3. Next test

Goals (at the end of this lesson...) :

- You know how to use can / can't.

- You know how to use should / shouldn't.  

- You participated actively.

Important dates:

Skills test units 1+2

November 16th

1. Homework check

Het (huis)werk was...

Maken: unit 2.4 opdracht 31 + 32 (werkboek), practise more words (online)

Leren: words & phrases 2.4

Ik kom controleren. Jullie mogen zachtjes kletsen!

2. Grammar: Can + hele werkwoord

1. kan / kan niet

I can speak three languages.

I can’t come to the meeting.

2. Grammar: Can + hele werkwoord

1. kan / kan niet

2. mag / mag niet (regels)

People aged 18 or over can vote in the general election.

You can’t park here.

2. Grammar: Can + hele werkwoord

1. kan / kan niet

2. mag / mag niet (regels)

3. verzoek (informeel)

Can you help me, please?

Can I have the butter, please?

2. Grammar: Can + hele werkwoord

1. kan / kan niet

2. mag / mag niet (regels)

3. verzoek (informeel)

4. voorstel

I can help you if you want.

2. Grammar: Can + hele werkwoord

1. kan / kan niet

2. mag / mag niet (regels)

3. verzoek (informeel)

4. voorstel

3. Get to work!

Do:

Unit 2.4 speaking

• Exercises 34 (workbook p. 69)  

Klaar?

Leren words & phrases 2.2

How?

- Voor jezelf of in tweetallen

- Zachtjes overleggen

- Geen muziek

Je gebruikt should en shouldn't als iets wel of niet zou moeten. 

• Advies geven

They should watch the news more often.

You should check out this magazine.

• Afraden

Lauren really shouldn't read those scary stories. 

2. Grammar: Should / shouldn't

Noteer in je agenda...

dinsdag 16 november (6e uur): 

Vaardigheidstoets (unit 1 + 2)

• listening, reading, writing

Wat kun je doen?

- Leren van de words, phrases en grammar van unit 1 / 2.

- Oefenen via de websites die ik op Classroom heb staan.

- Opdrachten opnieuw maken (online)

3. Get to work!

Do:

Unit 2.4 speaking

• Exercises 35 + 36 (workbook p. 70 - 71)

Klaar?

Practise more grammar & phrases

How?

- Voor jezelf of in tweetallen

- Zachtjes overleggen

- Muziek mag via je Chromebook

- Tijd tot de afsluiting van de les

Goals:
- Hoe vond je het spreken gaan?
- Wat is de Engelse vertaling van vuilnis?
- Wat ga je doen voor de toets?

Homework

Noteer in je agenda voor donderdag 4 november (2e uur):

Maken: opdracht 34 t/m 36 

Leren: words, phrases en grammar unit 2