Grammatica - Bijspijkeren - les 3.5 + 5.6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

woordsoorten benoemen

herhalen 

• doelen vorig jaar

• wederkerend en wederkerig voornaamwoord

De

sneeuw

witte

valt

op

hem.

lw

zelfst. vnw.

Bijvoegl. vnw.

ww

voor-zetsel

persoonl. vnw.

HET is een hele grote geworden!
A = lidwoord
B = geen lidwoord

1. lidwoord
2. geen lidwoord

We hebben elkaar al lang niet gezien.

Wat is hier het wederkerig vnw?

Zullen we .................... nog wel herkennen?

Vul het wederkerig vnw in.

Maak een zin.

lw - bn - zn - ww - vz - lw - zn.

Maak een zin met een wederkerend
voornaamwoord.

Sleep de woordsoorten naar de juiste box.

werkwoord

bezittelijk vnw

voorzetsel

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

De

rare

man

in

de

auto

lacht

Maken Grammatica - Bijspijkeren - les 3.5 + 5.6           

Klaar?

• hoofstuk uitlezen
• ander huiswerk
• Cody Cross

Afsluiting

• Doelen herhalen
• Huiswerk: Bijspijkeren grammatica -             les 3.5 + 5.6                                                                      + leesvraag beantwoorden in Teams
• Volgende les: Toets woordsoortbenoeming