What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3F beeldspraak
Wat weet je nog van eerdere lesdoelen?
Noem zoveel mogelijk tekstverbanden. Je hoeft geen signaalwoorden te geven.
1 / 19
next
Slide 1:
Open question
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat weet je nog van eerdere lesdoelen?
Noem zoveel mogelijk tekstverbanden. Je hoeft geen signaalwoorden te geven.
Slide 1 - Open question
Wat weet je nog van eerdere lesdoelen?
Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
Slide 2 - Open question
Lesdoel?
Slide 3 - Open question
Lesdoel
Beeldspraak
Slide 4 - Slide
tenen
Door alleen 'tenen' weet je niet of dit figuurlijk of letterlijk taalgebruik is. Je hebt de context nodig, d.w.z. dat je meer informatie nodig hebt.
Slide 5 - Slide
tenen
Je staat op mijn tenen.
A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik
Slide 6 - Quiz
tenen
Hij is snel op z'n tenen getrapt.
A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik
Slide 7 - Quiz
4
Slide 8 - Video
00:14
Beeldspraak
W = werkelijkheid en B = beeld
Vergelijking --> W en B worden beide gegeven.
Voorbeeld: Peter en Mike lijken als twee druppels water op elkaar.
Slide 9 - Slide
00:26
Beeldspraak
W = werkelijkheid en B = beeld
Vergelijking --> W en B worden beide gegeven.
Voorbeeld: Peter en Mike lijken als twee druppels water op elkaar.
Metafoor --> alleen B wordt gegeven. B en W lijken op elkaar.
Voorbeeld: Die zwijnenstal moet je eerst opruimen.
Spreekwoorden en gezegdes zijn vaak metaforen, vaak wordt 'als, lijken, zijn' gebruikt.
Slide 10 - Slide
00:38
Beeldspraak
W = werkelijkheid en B = beeld
Vergelijking --> W en B worden beide gegeven.
Voorbeeld: Peter en Mike lijken als twee druppels water op elkaar.
Metafoor --> alleen B wordt gegeven. B en W lijken op elkaar.
Voorbeeld: Die zwijnenstal moet je eerst opruimen.
Spreekwoorden en gezegdes zijn vaak metaforen, vaak wordt 'als, lijken, zijn' gebruikt.
Personificatie --> dingen/zaken krijgen menselijke eigenschappen
Voorbeeld: Het gevaar loerde op elke straathoek.
Slide 11 - Slide
00:54
Beeldspraak
W = werkelijkheid en B = beeld
Vergelijking --> W en B worden beide gegeven.
Voorbeeld: Peter en Mike lijken als twee druppels water op elkaar.
Metafoor --> alleen B wordt gegeven. B en W lijken op elkaar.
Voorbeeld: Die zwijnenstal moet je eerst opruimen.
Spreekwoorden en gezegdes zijn vaak metaforen, vaak wordt 'als, lijken, zijn' gebruikt.
Personificatie --> dingen/zaken krijgen menselijke eigenschappen
Voorbeeld: Het gevaar loerde op elke straathoek.
Metonymia --> W wordt vervangen door B, maar ze lijken niet op elkaar, er is wel een verband.
Voorbeeld: In die zaal hangt een prachtige Rembrandt.
Slide 12 - Slide
We hoorden in de verte een beekje murmelen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 13 - Quiz
Hij is een beer van een vent.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 14 - Quiz
Voordat we met de bus vertrokken, moesten we eerst de neuzen nog even tellen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 15 - Quiz
Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 16 - Quiz
Hij heeft zijn ijzers al ondergebonden en is klaar voor de schaatstocht.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 17 - Quiz
Na de diploma-uitreiking hebben veel studenten het gevoel dat de toekomst hen toelacht.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia
Slide 18 - Quiz
Taal Integraal
Werk nu verder aan 'Mijn studieplan' in Taal Integraal.
Slide 19 - Slide
More lessons like this
9 beeldspraak
October 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
9 beeldspraak
August 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
9 beeldspraak
February 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
9 beeldspraak
February 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Beeldspraak hoofdstuk 1 3 havo
September 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat H1: vergelijking
October 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2.2 gedicht.
July 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Havo 3 - Woordenschat (herhaling beeldspraak klas 2 + H3)
November 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3