Je hebt net geleerd welke stappen je neemt voor je iets koopt. In deze opdracht ga je die stappen doorlopen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Stap 1: Probleemherkenning: waar heb je behoefte aan?
Kies een soort product dat jij op dit moment goed kan gebruiken (bijvoorbeeld een scooter, een nieuwe telefoon of een horloge).
Slide 4 - Slide
Stap 2: Informatie zoeken
Je gaat op zoek naar betrouwbare informatie over jouw product. Let er goed op dat je je niet laat verleiden.
Slide 5 - Slide
Schrijf hieronder de bronnen (denk aan tijdschriften, websites) die je gebruikt hebt en waarom je voor deze bron hebt gekozen. Gebruik minimaal vier verschillende bronnen.
............................................
...........................................
.............................................
..............................................
Slide 6 - Slide
Stap 3: Vergelijken van producten en verkopers
Je weet nu meer over het product dat je wil kopen. Er zijn verschillende soorten, merken, kenmerken en verkopers van een product. Je gaat nu vier versies van een product vergelijken.
Als je een telefoon wil gaan kopen, dan vergelijk je dus vier verschillende telefoons.
Slide 7 - Slide
Beschrijf de vier versies van je product in de tabel:
1 Merk
2 Prijs
3 Kenmerken
4 Waar te koop
Slide 8 - Slide
Stap 4 de definitieve keuze
Je hebt informatie over een product gezocht. Je hebt vier versies van een product met elkaar vergeleken. Nu is het tijd voor het maken van een keuze.
Slide 9 - Slide
Welk product zou je kopen?
waarom kies voor dit product?
Op welke manier of waar zou je het product kopen? In een winkel, via internet, op marktplaats of misschien op een andere manier?
Slide 10 - Slide
Inspelen op behoeftes
Reclames spelen in op de behoeftes van mensen. Zo kan een reclame inspelen op luxe en comfort. De aankoop is dus niet noodzakelijk, maar puur voor het gemak. Reclames geven ook vaak het idee dat je nu moet kopen! Ze laten je denken dat je alleen NU dit product kunt kopen met zo veel voordeel. Je hebt zelf vast ook weleens iets gekocht dat je eigenlijk niet nodig had.
Slide 11 - Slide
Gemak, voordeel, iets nieuws, anders zijn
Welke behoefte speelt bij jou het sterkst?
leg je antwoord uit;
Slide 12 - Slide
Bedenk bij elke behoefte een aankoop die je hebt gedaan.